Moskou en Ankara eens over bufferzone Idlib
Rusland en Turkije zijn het eens geworden over het inrichten van een gedemilitariseerde zone in de Syrische provincie Idlib. Die moet het Syrische leger en de opstandelingen in het gebied van elkaar scheiden.
De Russische president Vladimir Poetin zei dat maandag na overleg met zijn Turkse ambtgenoot Recep Tayyip Erdogan. Poetin zei dat alle zware wapens voor 10 oktober uit het gebied moeten worden weggehaald. De 15 tot 20 kilometer brede gedemilitariseerde zone moet vijf dagen later formeel worden ingesteld.
Poetin zei dat radicale rebellengroepen als het al-Nusrafront uit de zone moeten vertrekken. Het is de bedoeling dat Russische en Turkse militairen er gaan patrouilleren. „Ik denk dat we een grote humanitaire crisis hebben voorkomen”, stelde de Turkse president Erdogan, die al geruime tijd probeert te voorkomen dat het in Idlib tot een groot offensief tegen de rebellen komt.
De Russische minister van Defensie Sergej Sjojgoe zei dat het Syrische regeringsleger en zijn bondgenoten geen plannen hebben voor een offensief in Idlib, dat grenst aan Turkije. Dat land vangt momenteel al zo’n 3,5 miljoen gevluchte Syriërs op en vreest voor een nieuwe vluchtelingenstroom.
Idlib geldt als het laatste grote bolwerk van de opstandelingen die vechten tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad, die wordt gesteund door Rusland en Iran. Er bevinden zich naast tienduizenden strijders ook miljoenen burgers in de provincie en aangrenzende gebieden die nog in handen zijn van opstandelingen.