Dr. Jos de Kock: Ontmoeting essentieel voor kerk als leergemeenschap
„Ik huiver ervan als mensen zich afzonderen en de ontmoeting met de ander uit de weg gaan”, zegt dr. Jos de Kock, die vrijdag afscheid neemt van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). „We zijn geroepen om in relatie te treden tot anderen.”
De kerkelijke geloofsgemeenschap is een ontmoetingsplek, aldus de universitair docent praktische theologie. „Er gebeurt heel veel als mensen elkaar ontmoeten en het gesprek aangaan. Ontmoeting is zelfs de kern in leerprocessen. In de kerk, in het onderwijs en in het gezin. Wie wegblijft en zichzelf terugtrekt, laat de mogelijkheid liggen om iets te leren. Dat is een principieel punt.”
In zijn werk voor het Onderzoekscentrum voor Jeugd, Kerk en Cultuur (OJKC), dat verbonden is aan de PThU in Amsterdam, was ontmoeting een belangrijke component. Meer dan eens gaven dr. De Kock en zijn collega’s lezingen bij of overlegden zij met jeugdbonden en andere kerkelijke jongerenorganisaties. „Door het contact met die organisaties van verschillende kerkelijke denominaties kom je als onderzoeker de juiste vragen op het spoor. Ook weet je dan hoe er op de onderzoeksresultaten gereageerd wordt.”
Dr. De Kock constateert dat de verschillende organisaties onderling ook contact hebben. „Vaak hebben zij immers met dezelfde vragen te maken. Zo worstelen veel jeugdwerkers, ouderlingen en predikanten met de vraag hoe zij een nieuwe generatie kunnen verbinden aan en inwijden in de geloofsgemeenschap.”
„Jongeren groeien niet alleen op als individu”, vervolgt hij. „Het geloof heeft zowel een individuele als een gemeenschappelijke dimensie. Dat levert een spanning op tussen de individuele en de gemeenschappelijke gerichtheid van de jonge generatie. Maar die kernvraag is van alle tijden. Dat was, om zo te zeggen, dertig jaar geleden niet anders.”
Wel is het volgens dr. De Kock nodig dat er telkens opnieuw naar passende manieren wordt gezocht om jongeren aan de gemeenschap te verbinden. „Tot vijf jaar geleden was de notie van het ”discipelschap” een hot item. Dat werd in de kerkelijke praktijk verbonden aan het persoonlijk navolgen van Christus, terwijl dat begrip theologisch ook op andere manieren uitgelegd kan worden. Zo komt er een theologisch discours op gang.”
Catechisatie
In dat verband gaat het ook over catechese. „Maar de catechese is veel meer dan een uurtje onderwijs voor jonge mensen op dinsdagavond van halfacht tot halfnegen. Vanuit de notie van de geloofsgemeenschap als leergemeenschap is de vraag breder: Hoe brengen we leerprocessen in de gemeente op gang? Wat is een passende vorm? En op wie is het leerproces gericht?”
Na negen jaar aan de PThU vond dr. De Kock het tijd voor een „nieuwe uitdaging.” Daarom is hij per 1 september aan de slag gegaan bij een organisatieadviesbureau in Den Haag. Toch is er ook sprake van continuïteit, aldus de praktisch theoloog. „Ik begeleid nog promotietrajecten aan de PThU. Bovendien heb ik een kleine aanstelling als gasthoofddocent praktische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven. Ook blijf ik hoofdredacteur van de internationale wetenschappelijke Journal of Youth and Theology.”
Het werk van het OJKC gaat ook door. „In de afgelopen jaren is dat onderzoekscentrum enorm uitgebouwd en zijn er veel projecten opgezet. De godsdienstpedagogiek is een belangrijk aandachtsveld geworden, ook in het opleidingsprogramma voor studenten. Samen met mijn collega’s heb ik met plezier dat werk gedaan.”
Sterke ontwikkeling
Het vakgebied van de godsdienstpedagogiek en het jeugdwerk heeft de laatste jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Het afscheidssymposium vrijdag gaat daarom over „groeispurten en kinderziektes”, aldus de uitnodiging. Dr. De Kock: „Er wordt op een hoog wetenschappelijk niveau gedebatteerd en gepubliceerd over jeugd en theologie. Dat geeft aan dat het veld van ”youth ministry” in de volle breedte volwassen aan het worden is. Nederlandse onderzoekers leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Hun inbreng op internationale conferenties wordt zeer gewaardeerd.”