Schoutens vergezicht op landbouw
Minister Schouten presenteerde zaterdag haar langverwachte visie op de toekomst van de land- en tuinbouw. Voor wie een beetje thuis is in de sector bevat die geen grote verrassingen, al is de doelstelling ambitieus. In 2030 is Nederland internationaal koploper met ”kringlooplandbouw”. De boer zit dan niet langer gevangen in een systeem waarin alles draait om een hoge productie tegen lage kosten, maar hij wordt eerlijk beloond voor zijn inspanningen om bodem, water, natuur en milieu zo min mogelijk te belasten. Reststromen worden hergebruikt en verspilling van voedsel is in de hele keten, van het boerenerf tot op het bord van de consument, geminimaliseerd. Een prachtig vergezicht. Maar hoe reëel is het?
Dat Schouten een omslag nastreeft, is terecht. Het maatschappelijk draagvlak van de sector staat onder druk. Het boerenerf ligt onder een vergrootglas als het gaat om dierenwelzijn, mest, bestrijdingsmiddelen, fijnstof en broeikasgassen. Sommige zorgen zijn terecht en veel boeren delen die. De mens is geroepen om de aarde te bebouwen én te bewaren. De rechtvaardige kent het leven van zijn beesten. Uit onderzoek van dagblad Trouw blijkt dat 80 procent van de boeren zich wil inzetten voor een meer duurzame productie. Maar ze lopen tegen hardnekkige blokkades aan.
Daar is bijvoorbeeld de dubbele moraal van de consument, die slechts een magere 11 procent van zijn inkomen aan voedsel uitgeeft. Zodra hij in de supermarkt loopt, is hij geneigd het goedkoopste product in zijn mandje te leggen, mits van goede kwaliteit. Daardoor moet de Nederlandse boer opboksen tegen import uit landen waar met dierenwelzijn en milieu veel minder rekening wordt gehouden dan hier. Het is de vraag hoeveel speelruimte het kabinet binnen internationale handelsafspraken heeft om daar wat aan te doen.
Daar is ook de dubbele moraal van de politiek. Die is er als de kippen bij om boeren strengere eisen op te leggen, maar aanpassing van regels om verduurzaming te bevorderen gaat veel trager. ‘Groene‘ gewasbeschermingsmiddelen bijvoorbeeld worden slechts mondjesmaat toegelaten en de roep om bewerkte dierlijke mest als vervanger van kunstmest vrij te stellen van de fosfaatwetgeving heeft tot nu toe geen resultaat gehad.
Het landbouwbeleid wordt vooral in Brussel gemaakt. De minister gaat daar nauwelijks op in. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU wordt momenteel herzien. Het kabinet wil in de onderhandelingen inzetten op het belonen van zorg voor natuur en het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Wat dat concreet oplevert voor de boer is nog maar de vraag.
Schoutens vergezicht heeft dus open eindjes. Haar visie moet de komende maanden worden omgezet in concrete afspraken tussen boeren, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het kabinet houdt een stok achter de deur: als de omslag naar kringlooplandbouw niet naar wens verloopt, komt er wetgeving. Of de boer daar blij mee moet zijn, valt te betwijfelen.
Hoofdredactie