Hoogontwikkeld en juist dan kwetsbaar
Ze zijn wel wat gewend in Japan als het gaat om natuurrampen. Toch komen deze zomer wel erg vaak alarmerende berichten uit het Oost-Aziatische land. Deze week rolde zulk nieuws zelfs over elkaar heen. Zo waren de ontwrichtende gevolgen van de wervelstorm Jebi (de zwaarste in 25 jaar), van dinsdag, nog maar net in kaart gebracht, of daar was donderdag alweer nieuws over een aardbeving op het Japanse eiland Hokkaido, in het noorden van het land. Voor zaterdag –vandaag dus– werd Hokkaido alweer gewaarschuwd voor zware regenval, met aardverschuivingen als mogelijk gevolg.
Bij berichtgeving over natuurrampen valt vrijwel altijd tussen de regels door te lezen hoe technologisch ontwikkeld een land is. Zo behoort Japan duidelijk tot de top als het gaat om aangepast en voorbereid zijn. Het aantal dodelijke slachtoffers bleef zowel na Jebi (18) als na de aardbeving op Hokkaido beperkt (16), al zullen die zeker nog oplopen.
Toch waren ze er: duizelingwekkende cijfers. Ze gingen over het aantal vluchten dat moest worden geschrapt (vele honderden), over de hoeveelheid mensen zonder stroom (vele miljoenen) en het aantal burgers dat hun huizen uit moest (rond de 1 miljoen).
Die cijfers vertolken de blijvende kwetsbaarheid van een hoogontwikkelde samenleving als de Japanse.
Zodra de elementen zich roeren en de aarde beeft, krijgt het robuuste bouwwerk dat Japan heet, toch iets van een kaartenhuis.