Levenseindekliniek past werkwijze aan
De Levenseindekliniek wordt nog voorzichtiger nu de de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE) twee aanvragen van euthanasie door de kliniek niet zorgvuldig genoeg behandeld vindt. Het ging om verzoeken van wilsbekwame mensen met een psychiatrische achtergrond, die ook zijn uitgevoerd.
De RTE oordeelde dat het vereiste ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ niet duidelijk genoeg was. In het ene geval was het verslag van de onafhankelijk psychiater te summier en bleek er onvoldoende een gedegen onderzoek uit. In het andere geval was het ondraaglijk lijden wel duidelijk, maar zou de patiënt nog wel kansen op verbetering kunnen hebben gehad.
De kliniek is nog steeds overtuigd van het ondraaglijk en uitzichtloos lijden van de hulpvragers, zegt bestuurder Steven Pleiter van de Levenseindekliniek op de eigen site, maar zal nog behoedzamer worden.
„Uit piëteit met de patiënten zijn onze teams soms terughoudend om hen nogmaals aan een onderzoek van een onbekende arts bloot te stellen. Als er ook maar enige twijfel is over de schriftelijke onderbouwing van de bevindingen van onafhankelijk deskundigen, moeten wij aangeven dat het onderzoek moet worden overgedaan”, aldus Pleiter nu.
Voor complexe gevallen wordt ook een „extra reflectie- en beslismoment” ingebouwd. Een psychiater die niet bij de zaak betrokken is, een deskundige op het gebied van ethische en zingevingsvraagstukken en een jurist kijken naar wat nog onduidelijkheden zou kunnen opleveren.
Als niet aan alle zorgvuldigheidscriteria van de Euthanasiewet is voldaan, wordt een geval voorgelegd aan het Openbaar Ministerie en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. „De Levenseindekliniek staat achter haar medewerkers en wacht verdere ontwikkelingen af”, meldt de kliniek op de eigen site.