Over de nasleep van de bevingen op Lombok die geen ramp mogen heten
De aardbevingen op Lombok mogen dan voorbij zijn, de natuurramp dreunt nog na in levens van bewoners. Maar veel hulpverleners zijn naar huis.
De 19-jarige Harlina zucht. „We zijn nog steeds doodsbang. Lichte aardbevingen zijn we gewend bij de verandering van de seizoenen, maar zo’n zware beving hebben we nog nooit meegemaakt. Ik hoop dat mijn angstdromen over zwaardere aardbevingen en tsunami’s niet zullen uitkomen, want waarheen moeten we vluchten?”
Arts in opleiding Deni Baanto (25) kwam van Flores naar Lombok om medische zorg te verlenen aan slachtoffers van de aardbevingen. Hij verwacht dat er op het eiland op termijn psychologische hulp nodig zal zijn, omdat mensen zeer angstig zijn en allerlei doemscenario’s in hun hoofd hebben over wat hun in de toekomst nog te wachten staat. Die angst valt ook bestuurslid Harry Sandy Ame van vrijwilligersorganisatie Indonesia Bangkit op. Ze betreurt het dat de overheid ambtenaren slechts voor een zeer korte periode toestemming geeft om vrijwilligerswerk te doen, ook op psychosociaal vlak, terwijl langduriger hulp noodzakelijk is.
De bevolking van Lombok meldt zich nog dagelijks massaal bij medische posten met verwondingen, een hoge bloeddruk of maagklachten, veroorzaakt door de aardbevingen. Ondertussen verlieten veel vrijwillige artsen en verpleegkundigen het eiland alweer omdat ze zich op hun werk moesten melden, waardoor de zorg voor patiënten op het bordje van vrijwilligers komt te liggen
Huilen
„Ik moest hard huilen toen mijn vrouw Masni belde om te zeggen dat ons jongste kind, Chaudra, tijdens de aardbeving in Dangiang was overleden”, zegt een intens verdrietige vader Hartomo. Masni vertelt dat ze even naar de winkel was om rijst te kopen terwijl haar kinderen thuis waren. Toen de aarde beefde rende ze naar huis terug, en kon daar de vierjarige Klidia in haar armen sluiten, die het instortende huis ternauwernood had kunnen verlaten. De kleine Chaudra, van tweeëneenhalf vond ze, na lang zoeken, onder het puin, met een verbrijzeld hoofd, onder een betonnen dakbalk. „Ik kan niet boos zijn op Allah, want het leven verloopt volgens zijn plan”, zegt ze.
„Ik vraag me vaak af of ik mijn vrouw nog had kunnen redden, maar ik realiseer me dat we gedaan hebben wat we konden”, zucht de 37-jarige weduwnaar Saipul Johri. Rustig zat hij ’s avonds met zijn vrouw Emi Sukmawati (28) nog wat te drinken op de veranda van hun huis in Dangiang, toen de aarde, op 5 augustus, begon te beven. In paniek renden ze hun huisje binnen: Emi naar hun baby Rima Alpia Fitri, en hij naar hun zevenjarige zoontje Alfa Rizki. Saipul kreeg een houten balk op zich, maar kon zichzelf bevrijden. Emi kwam terecht onder een betonnen balk, terwijl ze haar baby beschermde met haar lichaam. Het kostte hem zeker tien minuten haar te bevrijden. „Emi was in shock, en ik bad met haar”, zegt Saipul nog altijd ontdaan. „Ze stierf vredig, na zo’n twintig minuten. Ik heb niets meer dan mijn twee kinderen.”
„Burgers krijgen nooit wat ze nodig hebben”, vindt rechtenstudent Muhib (21). „In de nasleep van de aardbeving wordt er door politici veel gekonkeld, maar uiteindelijk geven economische motieven de doorslag bij beslissingen. De verwoestingen op Lombok worden door de regering niet gekenmerkt als een nationale ramp, omdat toeristen het eiland dan zullen mijden. Ik wil dit systeem veranderen.”