‘Positiviteit’ op expo Islamkunst
Het Gemeentemuseum in Den Haag vraagt met een grote expositie aandacht voor de „schoonheid en positiviteit” in en achter kunstvoorwerpen uit de wereld van de islam. Het museum liet zich bij het maken van de tentoonstelling adviseren door bewoners van diverse Haagse wijken.
Onder de titel ‘Glans en Geluk - Kunst uit de Wereld van de Islam’ toont het museum van 8 september tot 3 maart driehonderd islamitische kunstvoorwerpen. De verzameling omvat keramiek, glas, metaal, tapijten en zelfs houten deuren, uit de periode 900-1900. De objecten zijn afkomstig uit Afghanistan, China, Egypte, India, Irak, Iran, Italië, Marokko, Spanje, Syrië en Turkije.
De meeste stukken komen uit de eigen collectie van het Gemeentemuseum, dat al meer dan een eeuw islamitische kunst verzamelt. Henri Gallois, conservator van 1919 tot 1938, legde een stevige basis voor de huidige collectie en organiseerde in 1927 ook de eerste tentoonstelling van islamkunst ooit in Nederland. „Er was groeiende interesse voor historische kunst. Men hoopte ook dat kunst uit de wereld van de islam nieuwe inspiratie kon bieden voor de eigentijdse toegepaste kunst”, aldus conservator Suzanne Lambooy.
Het Gemeentemuseum heeft een soort ‘wisselbeleid’ om de spullen uit de depots met een zekere regelmaat aan de bezoekers te tonen. De islamitische verzameling was aan de beurt, maar de organisatoren van ‘Glans en Geluk’ willen bovenal het fraais dat de islamwereld voortbracht naar voren schuiven in een tijd waarin niet iedereen daar even vreugdevolle gedachten over koestert. De objecten zijn namelijk vaak „doortrokken van een overgave aan schoonheid en aan levensvreugd”, vindt Lambooy.
Het museum is niet over een nacht ijs gegaan, vertelt ze. Een half jaar lang is er in de verschillende wijken gesproken over wat er wordt verstaan onder islamitische kunst en wat er van een tentoonstelling zou worden verwacht. Er wordt een breed beeld gegeven: „Hoewel sommige moslims er bijvoorbeeld moeite mee hebben dat mensen worden weergegeven, zijn dergelijke afbeeldingen toch te zien ”, aldus Lambooy.
De tentoonstelling wordt op een eigentijdse manier aangevuld. Zo bevat de catalogus recepten van jonge in Nederland werkende koks met wortels in de islamitische wereld, maakten schrijvers met dezelfde achtergrond verhalen en gedichten en namen dito musici muziek op. Teksten en muziek zijn te lezen en te horen op de expositie.