Australië wijzigt asielbeleid
Australië geeft vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning de kans deze in te wisselen voor een permanente vergunning.
Dat heeft de regering dinsdag bekendgemaakt.
De tijdelijke verblijfsvergunning is in 1999 ingevoerd en hield in dat de asielzoekers na drie jaar verblijf moesten worden teruggestuurd als de situatie in hun land van herkomst, bijvoorbeeld Irak of Afghanistan, inmiddels was verbeterd. Ongeveer 9500 mensen hebben zo’n vergunning gekregen.
Met verkiezingen in aantocht hebben parlementsleden van de regeringspartij aangedrongen op een permanente status voor deze groep. De meeste vluchtelingen zijn inmiddels ingeburgerd en met name in de landbouwgebieden kan hun werkkracht slecht worden gemist.
Minister van Immigratie Amanda Vanstone wilde niet zeggen hoeveel van de 9500 aanvragen zullen worden gehonoreerd. Er is geen garantie, zei zij, maar mensen die „het beste hebben gemaakt van de mogelijkheden die hun tijdelijke verblijfsvergunning biedt” kunnen in elk geval blijven.
Geconfronteerd met de komst van duizenden bootvluchtelingen voerde Australië in 2001 de maatregel in om asielzoekers niet meer op Australische bodem toe te laten, maar op eilanden te detineren tot hun aanvraag is afgehandeld. Vanstone ontkende dat de regering met het oog op de verkiezingen haar hardvochtige beleid laat varen. Als de regering toen niet hard was opgetreden waren er nu nog steeds mensensmokkelaars actief geweest en had de huidige maatregel niet genomen kunnen worden, zei zij.