„Kabinetsplan gevangenisstraffen is eenzijdig”
De plannen van het kabinet om de gevangenisstraffen anders te organiseren zijn „eenzijdig en beperkt van opzet”. Dat stelt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in een advies aan minister Sander Dekker (Rechtsbescherming). Daarin staat dat de voorstellen de kans verhogen dat ex-gedetineerden opnieuw delicten plegen.
Dekker presenteerde in juni de kabinetsvisie. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat gedetineerden voortaan alleen eerder op vrije voeten mogen komen als ze hun best hebben gedaan. Bovendien wordt het laatste deel van een gevangenisstraf, dat een gevangene standaard thuis mocht doorbrengen, van een derde van de straf ingeperkt tot hooguit twee jaar.
Volgens de RSJ kan dat in het uiterste geval betekenen dat gedetineerden zonder enige vorm van controle of begeleiding vrijkomen. Daarnaast houdt de maximale periode van twee jaar in dat „gedetineerden met een gevangenisstraf van meer dan zes jaar een (veel) kortere periode krijgen om onder toezicht en begeleiding te resocialiseren”.
„Goed toezicht en begeleiding door bijvoorbeeld de reclassering dragen bij aan resocialisatie en minder recidive. Dat is in het belang van slachtoffers en van de veiligheid van de maatschappij”, aldus de RSJ, die stelt dat er helemaal geen noodzaak is voor de wijziging. „Volgens recent uitgevoerd onderzoek functioneert de huidige regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling goed.”