Autoverkoop groeit in West-Europa
De verkoop van nieuwe personenauto’s in West-Europa is in de eerste helft van dit jaar ten opzichte van dezelfde periode van 2003 toegenomen met 3,3 procent tot 7,84 miljoen stuks.
In juni was er een toename met 5,6 procent tot 1,41 miljoen wagens. Dat komt deels doordat er meer werkdagen waren dan in dezelfde maand van vorig jaar.
De dinsdag gepubliceerde cijfers van de vereniging van Europese autofabrikanten (ACEA) omvatten de verkoop in de vijftien oude lidstaten van de Europese Unie plus IJsland, Noorwegen en Zwitserland. De verkoop in de per 1 mei toegetreden nieuwe EU-landen, exclusief Malta en Cyprus, groeide in de eerste helft van dit jaar met 5,9 procent tot ruim 448.000 auto’s.
Er zijn grote verschillen tussen de afzonderlijke landen. In Nederland kromp de verkoop in het eerste halfjaar met 0,9 procent tot 285.243 stuks en in juni met 2,3 procent tot 49.199. De enige andere landen met een afname in het eerste halfjaar waren Duitsland (1,3 procent), Frankrijk (0,1 procent) en Zweden (1,4 procent).
De hoogste groeicijfers waren te zien in Noorwegen (27,5 procent), Denemarken (23,7 procent), IJsland (20,2 procent), Griekenland (18,1 procent), Spanje (14,6 procent), België (11,9 procent) en Luxemburg (10,7 procent).
Bij de merken valt de opmars op van Aziatische fabrikanten. De Japanners wisten de verkoop in het eerste halfjaar op te krikken met 12,1 procent, waardoor hun marktaandeel steeg van 12,3 tot 13,4 procent. De verkoop van Koreaanse merken klom met 22,3 procent. Dat leverde een stijging van het marktaandeel op van 3,2 tot 3,8 procent.
Verlies van marktaandeel was er voor de Volkswagen-groep (VW, Audi, Seat en Skoda), PSA (Peugeot en Citroën), Renault, DaimlerChrysler en General Motors (Opel, Vauxhall en Saab). Ford ging iets vooruit dankzij dochterbedrijf Volvo en ook BMW en de Fiat-groep boekten winst.