NPO voorbereid op dreigende bezuinigingen
Als de aangekondigde bezuinigingen van het kabinet op de publieke omroep doorgaan, heeft dat onder meer gevolgen voor de programmering overdag en in de zomer. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) wil echter niet beknibbelen op de kinderprogrammering, drama, documentaires en journalistiek, zei Frans Klein, directeur video, bij de seizoenspresentatie in Hilversum. Tegelijkertijd gaat de omroep flink vernieuwen, met meer dan honderd nieuwe titels komend tv-seizoen.
De publieke omroep krijgt volgend jaar naar verwachting ruim 60 miljoen euro minder van het kabinet vanwege dalende reclame-inkomsten. Minister Arie Slob (Media) maakt op Prinsjesdag bekend om hoeveel geld het precies gaat. „We hopen nog altijd dat deze aankomende megabezuiniging kan worden afgewend”, aldus Klein. „Maar we hebben ons er samen met de omroepen al wel op voorbereid. Het zal ingrijpend de programmering raken.”
Zo kan de kijker rekenen op meer herhalingen en aangekochte buitenlandse producties, kan de dag-tv voor ouderen niet in zijn huidige vorm blijven bestaan, wordt de vooravond op NPO 2 versoberd en kan NPO 3 minder programmeren. Programma’s als Goedemorgen Nederland en een vervolg op de nieuwe talkshow M staan volgens Klein onder druk.
De vernieuwingsslag vindt vooral plaats bij de journalistieke programma’s op NPO 2. De afgelopen tijd ontstond al veel ophef toen bekend werd dat gerenommeerde programma’s verdwijnen of minder zendtijd krijgen. Volgens Klein neemt het aantal kijkers van deze zender af en veroudert het publiek. „Dat vraagt om nieuwe vertelvormen voor een nieuwe generatie.” Geld dat wordt bezuinigd door het stoppen van Brandpunt+ op tv wordt geïnvesteerd in nieuwe journalistieke initiatieven, verzekerde Klein.
Shula Rijxman, voorzitter van de raad van bestuur van de NPO, hoopt dat de bezuinigingen meevallen. „We hebben na twee eerdere bezuinigingsrondes al alles geschaafd wat we konden schaven.” Wat de korting uiteindelijk voor gevolgen heeft voor de makers kon ze nog niet zeggen. „Maar het zal iedereen treffen.”