Verwacht wordt dat de conclusies van het grootste onderzoek dat in de VS naar de aanslagen in New York en Washington is gedaan nauw aansluiten bij de bevindingen van de onderzoekscommissie van de Senaat, die vorige week forse kritiek uitte op de FBI, de federale recherche, en de CIA, de buitenlandse inlichtingendienst.

In enkele tussentijdse rapporten heeft de onderzoekscommissie al gehakt gemaakt van de stelling van de regering–Bush dat Al–Qaida steun kreeg van Irak. De onderzoekscommissie zegt ook geen bewijs te hebben gevonden dat de Saudische regering betrokken is geweest bij de financiering van de aanslagen. Wel noemt de commissie Saudi–Arabië, het vaderland van zowel Osama Bin Laden als vijftien van de negentien 11 september–kapers, een land waar Al–Qaida geen moeite had om financiële hulpbronnen aan te boren.

Enkele commissieleden zegen dat de conclusies in het eindrapport unaniem gesteund worden door alle tien de leden. Een eendrachtig gedragen rapport is volgens commentatoren belangrijk om politieke spelletjes rond het rapport en beschuldigingen van partijdigheid te voorkomen. De commissie is samengesteld uit vijf Republikeinen en vijf Democraten. Enkele weken terug zeiden verscheidene commissieleden nog dat het waarschijnlijk niet zou lukken om met een rapport naar buiten te komen dat door alle leden werd gesteund.

De onderzoekscommissie werd in 2002 gevormd en kreeg als belangrijkste taak de fouten te analyseren die in de maanden en jaren voor de aanslagen zijn gemaakt en aanbevelingen te doen over het voorkomen van verdere terreurdaden in de VS. De commissieleden en hun medewerkers hebben ongeveer duizend getuigen gehoord en een miljoen documenten doorgewerkt. Het grootste deel van het rapport zal voor 10 dollar te koop zijn voor het publiek. Een klein deel wordt geheim gehouden.