Ds. Mensink: Gereformeerde Bond opgericht na onkatholiek besluit Hervormde Kerk
„Katholiciteit is terug op de agenda. Ook onder gereformeerden leeft het verlangen om katholiciteit te beleven.” Dat stelde ds. A. J. Mensink maandag tijdens de studieweek voor studenten theologie van de Gereformeerde Bond.
De voorzitter van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) maakte verschil tussen kwantitatieve katholiciteit en kwalitatieve katholiciteit. „Kwantitatief wil zeggen: de kerk op aarde is één. Zij kan niet scheuren.” Kwalitatieve katholiciteit raakt volgens ds. Mensink aan de waarheidsvraag. „De kerk van alle tijden en plaatsen belijdt één geloof en verwerpt alle dwalingen en ketterijen.”
In de ogen van de hervormde predikant uit Elburg lijkt katholiciteit binnen de PKN vereenzelvigd te worden met inclusiviteit. „Maar is het katholieke niet ook exclusief? Met het oog op opvattingen, maar ook op mensen die niet-katholieke opvattingen in de kerk uitdragen of aan de kerk opdringen? Wat is beslissend: eenheid of waarheid?”
De kwantitatieve katholiciteit van de kerk is een gegeven, aldus ds. Mensink, terwijl de kwalitatieve katholiciteit een roeping is. „De strijd om de waarheid voer je altijd binnen de kerk. Dat is de vroegkerkelijke en oudchristelijke overtuiging van katholiciteit.”
De PKN heeft zich volgens ds. Mensink vanaf het begin „willen poneren als een katholiek-protestantse kerk.” Aan de Hervormde Kerkorde is ontleend dat de PKN gestalte is van de ene, heilige, apostolische en katholieke of algemene christelijke kerk. „Dat is zij overeenkomstig haar belijden. De katholiciteit van de kerk wordt mede ingegeven en genormeerd door het belijden van de kerk. Onze kerkorde spreekt zich kwalitatief uit.”
Onkatholiek besluit
Ds. Mensink wees erop dat de GB in 1906 werd opgericht vanwege het „onkatholieke besluit” van de Nederlandse Hervormde Kerk om geen maatregelen te nemen tegen ds. Bähler en zijn boeddhistische opvattingen. In de eerste decennia van zijn bestaan was de bond „niet altijd even katholiek”, constateerde de voorzitter. „Uiteindelijk werd echter de lijn van ds. M. van Grieken bepalend en kwam het begrip van de volkskerk in het hervormd-gereformeerde denken terecht.”
Ds. Mensink vroeg zich af hoe het staat met het katholieke besef van gemeenteleden en voorgangers. „Het kwantitatieve speelt voor veel mensen geen enkele rol meer. De zichtbare kerk, ambten, sacramenten en structuur worden gerelativeerd. Terwijl het kwalitatieve zich lijkt te beperken tot wat goed voelt. Laten we wat hoogkerkelijker en hoogliturgischer leren denken. En bovenal de kerk blijven opdragen in het gebed, want dat is de meest katholieke gestalte van de kerk.”