Nieuwe financieringsvorm ggz verdient een kans
Harde woorden vielen er begin deze week toen zorgverzekeraar Menzis bekendmaakte met achttien grote ggz-instellingen een nieuw inkoopcontract te hebben afgesloten voor de ambulante zorg bij angst en depressies. Deze verbintenissen bevatten een nieuw element: de hoogte van de vergoeding is mede afhankelijk van het behaalde resultaat.
No cure, no pay dus? Oftewel: geen verbetering of klachtenvermindering, dan ook geen vergoeding meer van de behandelkosten? Gelukkig niet! Wie het inkoopdocument van de verzekeraar doorbladert, ziet dat het zo niet werkt. Menzis blijft de door psychologen en psychiaters van deze instellingen geleverde zorg gewoon betalen. Dat is die club geraden ook, want voor wie kampt met angsten of depressies moet de toegang tot de ggz-zorg zo laagdrempelig mogelijk zijn.
Daarmee is overigens niet gezegd dat in de ggz alles bij het oude moet blijven. Integendeel, her en der klinkt juist uit de mond van vooraanstaande psychiaters een roep om verandering. De Belgische arts De Wachter poneerde recent de stelling dat iemand die gaandeweg teleurgesteld raakt in het leven en depressief wordt, hoewel het hem of haar aan niets ontbreekt, ook zijn verlangens en wensen zou kunnen matigen in plaats van naar de psychiater te gaan. Daar zit wat in: de ggz is geen geluksfabriek. Enige selectie aan de poort kan dus geen kwaad.
In de discussie van de afgelopen week bleef ietwat onderbelicht dat Menzis ambulante behandelingen tegen depressie en angst hoe dan ook blijft vergoeden op basis van de gemiddelde kosten van de afgelopen twee jaar; de historische kostprijs zeg maar. Nieuw is vooral dat elk van de deelnemende instellingen die de kostprijs weet te verlagen terwijl de kwaliteit (uitgedrukt in wachttijd, klachtenvermindering, cliënttevredenheid en behandelduur) toeneemt daarvoor extra wordt beloond. Beloning is eigenlijk niet het goede woord. Anders dan gebruikelijk zal Menzis de kostendaling niet aangrijpen om het budget neerwaarts bij te stellen; een deel van de besparing blijft voor de instelling. Alles bij elkaar is er dus geen sprake van een drastische vereconomisering van de ggz.
Dat in deze sector, die kampt met lange wachtlijsten, het nodige achterstallig onderhoud moet gebeuren, staat vast. Het getuigt dan ook van enige voorbarigheid om Menzis meteen neer te sabelen, zoals critici deze week deden. Deze maatregel kan ertoe leiden dat behandelaars beter in kaart brengen wat werkt en onderdelen van behandelingen die niet zinvol zijn verbeteren of schrappen. Dat verdient een kans.
Hulde dus aan de achttien ggz-instellingen die het wagen de handschoen op te pakken. Laat meer zorgaanbieders nagaan hoe ze samen met verzekeraars de door De Wachter bedoelde gelukszoekers uit de wachtkamer kunnen houden. En de zorg aan mensen die het hardst hulp nodig hebben, kunnen verbeteren.