Maak nationaal woonplan om steden te ontlasten
De huidige woningnood in steden, samen met de leegloop in krimpgebieden, vraagt om een centraal ecologisch woonbeleid, meent Henk Krol.
We staan aan de vooravond van een grote bouwgolf. Maar bouwen we wel de huizen waarin we graag willen wonen en staan ze op de plek waar we echt willen zijn? De toename van het aantal senioren zorgt voor extra uitdagingen op de woningmarkt, maar biedt ook kansen.
Nederland is beroemd om zijn ruimtelijke concepten. De ”gebundelde deconcentratie” zorgde ervoor dat er gebouwd werd in groeikernen. Er kwam laagbouw in een groene omgeving, de grootste wens van de bevolking. De steden werden ontlast en het groen om de stad heen bleef gespaard.
Zo’n landelijke regie is met de decentralisatie van het woonbeleid bij het grof vuil gezet. De gemeenten zijn nu aan zet. Minister Ollongren geeft hun een vrijblijvend advies mee: bouw vooral in de steden, omdat daar de woningbehoefte nu eenmaal het grootst is, en ga niet lichtzinnig schuiven naar bouwlocaties buiten de bestaande stad.
New York aan Zee
Wat betekent dat voor een stad als Den Haag? De stad is bebouwd tot aan de grenzen met buurgemeenten. De woningnood kan alleen worden opgelost door flink de hoogte in te gaan en elk leeg stukje stad vol te bouwen. Dat gebeurt al. Meer huizen betekent een drukkere tram en verstopte uitvalswegen. Meer verstening betekent meer hitte. Wordt Den Haag een New York aan Zee, terwijl 100 kilometer verderop zelfs het bakkertje in het dorp moet sluiten en de enige lagere school verdwijnt bij gebrek aan leerlingen? Kúnnen gemeenten het woonvraagstuk wel oplossen?
Er is weer een nationaal plan nodig, gericht op woonkwaliteit en leefmilieu, een visie waarin nieuwe technologie een serieuze plek krijgt. De ontwikkelingen gaan snel en woonwensen gaan drastisch veranderen door de vergrijzing, door ruimtegebrek in de steden en door de technologische ontwikkelingen. Werken vanuit je tuin en winkelen vanuit je stoel, het is nu al heel gewoon. Straks rijd je misschien slapend naar je bestemming in je autonome auto.
Nu ben je blij als je na jaren wachten een betaalbare stadsflat hebt, maar misschien heb je veel liever een huisje in het bos of een boot op het water. Of een kleine woning in een woongroep voor ouderen met een gemeenschappelijke tuin en voorzieningen zoals een fitnessruimte en een ontmoetingsruimte.
Smarthomes
De overheid moet daarom zones voor ecologisch wonen instellen. Er is actief beleid nodig om de steden te ontlasten en om krimpgebieden niet verder leeg te laten lopen. Leegstaande boerderijen kunnen energieneutrale of zeer energiezuinige wooneenheden worden, waar bewoners zelfstandig wonen maar niet eenzaam zijn, en waar ruimte is voor een moestuin en wat kippen. Er verdwijnen momenteel vijf boerderijen per dag. Dat zijn er duizend per jaar, ofwel: woonruimte voor duizenden huishoudens. In die ecologische zones is ook ruimte voor compacte kernen met smarthomes, evenals voor huizen boordevol slimme technieken die het milieu sparen en de bewoners gezond houden.
Een pilot is wenselijk. In die compacte kernen kunnen zorgconcepten voor senioren worden getest, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van technologische hulpmiddelen en slimme apparaten die monitoring op afstand mogelijk maken, in combinatie met buurtzorg.
Starters zullen eveneens interesse hebben in dit ”nieuwe wonen”. De nieuwe generatie gaat bewust om met het milieu en het voedsel. Zo verdwijnt uiteindelijk het verschil tussen seniorenwoningen en jongerenwoningen. Dan heeft straks iedereen een smarthome in de omgeving waar hij zich prettig voelt.
De auteur is fractievoorzitter van 50PLUS in de Tweede Kamer.