Vodafone is actief in 39 landen, waaronder Nederland, en telt 133,4 miljoen klanten. Volgens Sarin biedt de markt voor mobiele telefonie de komende jaren volop kansen. „Tachtig procent van de West-Europese bevolking heeft een mobiele telefoon, maar slechts 20 procent van de gesprekken verloopt via het mobiele netwerk. De rest gaat nog altijd over het vaste netwerk. De uitdaging is die verhouding te veranderen”, zegt Sarin in Vodafones hoofdkantoor in het Engelse Newbury, in de buurt van Londen.

De onderneming wil niet alleen meer nieuwe klanten. Ze probeert haar afnemers eveneens te verleiden tot de overstap op snellere verbindingen met een uitgebreid informatie- en amusementsaanbod van onder meer nieuws, spelletjes en films. Die dienst (Vodafone live!) brengt meer op dan het standaardaanbod.

Dit voorjaar introduceerde Vodafone in Nederland en diverse Europese landen umts, dat snel internetten via de mobiele telefoon mogelijk maakt. Feit is dat de camerakwaliteit van mobieltjes voortdurend verbetert en de opslagcapaciteit computerachtige trekjes krijgt. Maar om die duurdere en geavanceerde vorm van mobiele telefonie echt omhoog te stuwen, is meer nodig, stelt Sarin.

„In de toekomst zal Vodafone vaker actief zijn in samenwerking met it-bedrijven”, zegt de topman, die softwareproducenten als Microsoft en Oracle als voorbeeld noemt. „Het is gelukt om vaste telefonie mobiel te maken. Dat kan ook met de computeromgeving.” Werknemers moeten overal kunnen werken zonder afhankelijk te zijn van een werkplek met vaste telefoon- en dataverbindingen. Sarin: „We werken met iedereen die heeft wat nodig is om die groei te realiseren. We moeten andere stoelen aan de tafel schuiven.” Het voordeel voor Vodafone: „We krijgen een groter stuk van een grotere taart.”

Vodafone volgt dezelfde strategie inzake de draadloze technieken wifi en wimax. Die maken eveneens snelle verbindingen mogelijk, maar tegen een fractie van de investering die nodig is voor de bouw van een umts-netwerk. In tegenstelling tot bijvoorbeeld KPN wil het concern echter niet zelf investeren in wifi- of wimax-netwerken, maar werkt het samen met andere aanbieders.

Hoewel menige Nederlander zich een leven zonder mobieltje niet meer kan indenken, heeft ’slechts’ 20 procent van de wereldbevolking zo’n apparaat. „Twee miljard mensen hebben zelfs nog nooit gebeld”, stelt Sarin. In Egypte, Kenia en Zuid-Afrika heeft Vodafone controlerende of minderheidsbelangen in belbedrijven, maar dat is kinderspel bij wat er nog aan klanten te winnen valt in Afrika en het Midden-Oosten.

Op Vodafones wereldkaart prijken nog wel meer witte plekken. Voorbeelden zijn Oost-Europa en Rusland. Verder is concurrent Telefónica Móviles ijzersterk in Zuid-Amerika. Verder signaleren analisten dat Vodafone moeite heeft om een sterke positie te veroveren in de Verenigde Staten, Japan en China.

In de VS heeft Vodafone een belang van bijna 45 procent in Verizon Wireless, de grootste aanbieder van mobiele telefonie in dat land. In februari haakte Vodafone af in een biedingsstrijd om de overname van de nummer drie, AT&T Wireless. Het Amerikaanse Cingular Wireless ging ervandoor met de buit à raison van 41 miljard dollar en werd daarmee de tweede aanbieder in de VS. Dat Vodafone de aftocht blies, was „de juiste beslissing, omdat we anders te veel hadden betaald”, stelt directeur technologie Thomas Geitner.

Volgens analist Dirk Bout van onderzoeksbureau Telecom.paper is de Amerikaanse markt moeilijk vanwege „de lappendeken van verschillende technische standaarden. Maar dat Vodafone AT&T wilde hebben, duidt er wel op dat ze alleen een aandelenbelang niet de beste strategie vinden.” Een nadeel vindt hij dat Vodafone niet onder zijn eigen merknaam kan opereren.

Topman Sarin verklaart echter „heel gelukkig” te zijn met Vodafones belang in Verizon Wireless, dat toch goed is voor ruim 17 miljoen klanten. Verder stelt Geitner dat Vodafone zijn merknaam helemaal niet wíl introduceren op de Amerikaanse markt zolang die bulkt van de verschillende standaarden.

Nu Vodafone er niet in is geslaagd AT&T Wireless te bemachtigen, is de kans op een grote slag verkleind. Analist Philip Scholte van effectenbank Stroeve kan er slechts één bedenken: „Vodafone kan proberen om de mobiele tak van het Amerikaanse telecombedrijf Sprint los te weken van de rest van de onderneming.”

Ook in Japan en China laat Vodafones positie te wensen over, menen analisten. „In Japan zijn NTT DoCoMo (KPN’s partner) en KDDI de grootste spelers. Vodafone is de derde partij, maar loopt achter in winstgevendheid en klantengroei”, signaleert analist Scholte. Directeur Geitner beaamt dat de markt „moeilijk” is, maar dat moet veranderen door Vodafones introductie van de derde generatie mobiele telefonie voor supersnelle verbindingen.

In China is de situatie ingewikkelder. Met circa 1,3 miljard inwoners vormt dat land een grote consumentenmarkt, waar buitenlandse ondernemingen verlekkerd naar kijken. De overheid werpt echter hoge drempels op ter bescherming van het eigen bedrijfsleven. Grote partijen zijn China Mobile (156 miljoen klanten) en China Unicom (100 miljoen klanten). Vodafone heeft er een klein belang van ruim 3 procent in China Mobile. Volgens Geitner ambieert Vodafone geen zelfstandige positie, omdat de Chinezen Vodafone niet als merk accepteren. „We hebben dat belang zodat we onze eigen klanten die in China reizen en werken, van dienst kunnen zijn.” Dat het belang Vodafone 4,9 miljoen klanten oplevert, is mooi meegenomen.