Binnenland

Akkerbouwer Masselink is beregenen helemaal zat

„Zeer welkom.” Zo noemt akkerbouwer Alfons Masselink (51) uit Steenderen de steun die minister Schouten dinsdag heeft toegezegd aan boeren die kampen met schade door de extreme droogte.

8 August 2018 17:10Gewijzigd op 16 November 2020 13:53
Akkerbouwer Alfons Masselink uit het Gelderse Steenderen: „Ik ben het beregenen helemaal zat.”  beeld RD, Anton Dommerholt
Akkerbouwer Alfons Masselink uit het Gelderse Steenderen: „Ik ben het beregenen helemaal zat.”  beeld RD, Anton Dommerholt

„Natuurlijk kan de minister niet met ’n toverstafje elke boer uit de problemen helpen”, zegt Masselink. „Toch ben ik blij met de handreiking. Schouten is van boerenafkomst en voelt aan hoe lastig onze situatie is.”

Boeren die door de droogte in geldproblemen zitten, kunnen van de overheid een verklaring krijgen waarmee ze een overbruggingskrediet bij de bank kunnen aanvragen. In december krijgt de landbouwsector EU-toeslagen uitgekeerd. Vanwege hitteschade komen die voor sommige boeren mogelijk te laat. Een overbruggingskrediet moet hen de komende maanden helpen. Masselink, die in de Achterhoek aardappels en suikerbieten verbouwt, overweegt ook bij de overheid aan te kloppen. „Het ziet ernaar uit dat het een slecht jaar wordt.” Hij is onder meer „duizenden” euro’s kwijt aan brandstof voor beregeningsinstallaties.

Normaal gesproken levert een hectare de akkerbouwer ongeveer 55 ton aardappelen op. Masselink vreest dat de oogst dit najaar blijf steken op zo’n 30 ton. Door de droogte groeien de aardappelen veel minder. Het beetje regen van de afgelopen uren zet nog geen zoden aan de dijk. „Er viel afgelopen nacht 1,5 millimeter. Terwijl 30 millimeter nodig zou zijn, gedurende meerdere dagen.”

De extreme droogte gooide het werkritme van de Achterhoekse boer compleet overhoop. „In een normale zomer controleer ik de gewassen en probeer ik met bestrijdingsmiddelen te voorkomen dat er aardappelziektes ontstaan. Nu brandt de zon alles dood.”

Beregenen

Des te meer werk heeft hij met het beregenen van de aardappel- en suikerbietenvelden, die hij van diverse boeren huurt. Water haalt Masselink uit bronnen van tientallen meters diep. „Normaal gesproken beregenen we hooguit drie weken per jaar. Nu zijn we al twee maanden bezig. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds ben ik in de weer met beregening. Daar komt veel bij kijken. Zoals het aanleggen van buizenstelsels of tijdrovend overleg plegen met verhuurders.”

Het aldoor nat houden van de landerijen begint hem danig tegen te staan. „’s Ochtends om 5 uur schiet meteen in je gedachten: Welk perceel wordt nu beregend? Werkt de installatie nog? Vaak is er ergens wel een storing. Inmiddels ben ik het beregenen helemaal zat.”

De landbouwsector moet zich beraden op klimaatverandering en hetere zomers, betoogt minister Schouten dinsdag in een Kamerbrief. Masselink, geërgerd: „Ik zou niet weten wat ik als individuele boer voor maatregelen moet nemen met het oog op klimaatverandering. Misschien krijgen we een natte herfst en moet ik juist weer water van het land afhalen. Pas hoorde ik het verhaal dat we veel meer bomen zouden moeten planten, omdat die voor schaduw zorgen. Maar ik heb mijn twijfels. Bomen onttrekken veel water aan de grond. Dat is niet gunstig voor aardappels die daar in de buurt groeien.”

Schouten wijst in de Kamerbrief ook op de zogeheten Brede Weersverzekering die boeren kunnen afsluiten. Ze rekent erop dat deelname aan die weersverzekering, waar de overheid ook geld aan bijdraagt, „flink zal toenemen.” „De noodzaak van een dergelijke verzekering, ook met het grilliger worden van het weerbeeld door klimaatverandering, dringt zich de afgelopen jaren steeds meer aan ons op”, schrijft de minister. Boer Masselink heeft zo’n verzekering niet afgesloten. „De premie vind ik veel te hoog.”

Ziet de rooms-katholieke boer, vader van drie kinderen, iets van de hand van God in de droogte? „Ik moet soms wel denken aan de Bijbelverhalen over de plagen in Egypte. Maar ik zie het weer niet als een straf van God. Alsof we op deze aardbol met verkeerde dingen bezig zijn. Ik zou niet weten wat ik fout doe. Wel biedt het geloof mij troost. Ik kan de tegenslag relativeren. Ook besef ik eens te meer dat de natuur zó krachtig is. Die laat zich niet beteugelen door mensen.”

Ondanks de tegenslag wil de Achterhoekse akkerbouwer niet bij de pakken gaan neerzitten. „Misschien krijgen we volgend jaar weer een heel andere zomer. We zetten de schouders eronder.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer