Buitenland

De tweeling van Adelina (toen 22) werd gestolen

Adelina Ruiz heeft haar tweeling nooit gezien. Een maand voor de bevalling, in november 1980, werd ze opgenomen in de kraamkliniek Maternitat aan de Gran Via in Barcelona. Om elk risico tijdens de bevalling uit te sluiten, was het voor haar beter om rust te houden, zei de dokter.

Lex Rietman
31 July 2018 18:34Gewijzigd op 16 November 2020 13:51
Ana Páez (l.) en Adelina Ruiz dachten lange tijd dat ze de enigen waren die hun kinderen op mysterieuze wijze waren verloren. beeld Lex Rietma
Ana Páez (l.) en Adelina Ruiz dachten lange tijd dat ze de enigen waren die hun kinderen op mysterieuze wijze waren verloren. beeld Lex Rietma

Na enkele weken in de kliniek kreeg Adelina, toen 22 jaar, een afschuwelijke mededeling. „Een van de twee meisjes is dood”, kreeg ze te horen na een echoscopie. De gynaecoloog besloot de bevalling op te wekken. Nog voordat Adelina haar baby’s kon zien, werden ze weggedragen. Ze wist zeker dat beide kindjes levend geboren waren. Waarom hadden ze haar dan gezegd dat een van de twee meisjes overleden was in haar buik?

Meteen na de bevalling werd Adelina verdoofd. Haar baarmoeder moest „schoongemaakt” worden. Toen ze een uur later weer bij kennis was, kreeg ze een tweede mentale dreun te verwerken. Inmiddels zou ook het andere meisje overleden zijn. Adelina wilde haar baby’s zien. Maar dat mocht niet. Voor haar eigen bestwil: het zou haar alleen maar een trauma bezorgen.

Toen Adelina bleef aandringen, veranderde het argument. De overleden tweeling zou voor een analyse met spoed naar Madrid gebracht zijn. Ook dat was vreemd. De ziekenhuizen van Barcelona, waaronder diverse academische, beschikten over alle denkbare specialisaties. Nergens in Spanje stond de gezondheidszorg op een hoger peil dan in Barcelona. Als een lid van de Spaanse koninklijke familie ernstige gezondheidsproblemen had, ging hij voor behandeling vrijwel altijd naar de Catalaanse hoofdstad. Welk specialisme hadden ze niet in Barcelona en wél in Madrid? En waarom zo veel haast als het geen kwestie was van leven of dood?

Geen toeval

Het zijn vragen die Adelina al meer dan 37 jaar bezighouden. Als jonge vrouw van 22 die zojuist te horen heeft gekregen dat ze haar tweeling verloren heeft, was ze gemakkelijk te intimideren. Nog kapot van het verlies van haar baby’s, stond ze er niet bij stil dat ze twee dagen na de bevalling naar huis gestuurd werd zonder een kopie van haar medisch rapport. Dat was in strijd met de normale gang van zaken.

De volgende maand moest Adelina voor een routinecontrole terug naar de kliniek. Ditmaal was het een andere gynaecoloog die haar behandelde. Stomverbaasd hoorde ze aan hoe de arts haar zei dat volgens het medisch rapport haar beide baby’s levend geboren waren. „Wat? Hoe kan dat?” riep ze uit. „Levend? Waar zijn ze dan?” Ze vroeg naar het resultaat van de analyse in Madrid. Geen spoor van te vinden. En ook bleek haar naam uit het ziekenhuisregister verdwenen te zijn. Dat register mocht ze trouwens pas inzien nadat een rechter de kliniek daartoe gedwongen had.

Het zijn allemaal net iets te veel onregelmatigheden, tegenstrijdigheden en informatieblokkades om op een ongelukkig toeval te berusten, vindt Adelina Ruiz. Ze is nu voorzitter van SOS Gestolen Baby’s in Catalonië, een belangenvereniging van slachtoffers van babyroof en illegale adoptie met afdelingen door heel Spanje. Samen met secretaris Ana Paez van dezelfde vereniging vertelt ze haar verhaal in een koffiehuis in Barcelona.

Neerbuigend

Ana heeft hetzelfde doorgemaakt. Ze is deze dag nerveuzer dan normaal. „Dat heb ik altijd rond de verjaardag van mijn kind”, zegt ze verontschuldigend. Vorige week zou haar dochter –of zoon, dat weet ze niet eens zeker– 37 zijn geworden. Ook zij heeft haar kind nooit kunnen zien. Op haar 24e beviel ze op de kraamafdeling van het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona. Dat was in de zomer van 1981. Ze herinnert zich vooral de neerbuigende manier waarop ze behandeld werd door de vroedvrouw, verpleegster en gynaecoloog.

Haar man mocht niet aanwezig zijn bij de bevalling. „Dit is niet je eerste kind, hè?” kreeg ze in de kraamkamer te horen. „Jawel”, zei Ana verbijsterd. „Nee”, hielden ze vol. „Voor je man misschien wel, maar niet voor jou.” Ana hoorde het verbluft aan. Ze voelde zich vernederd. „Ze maakten me min of meer uit voor hoer”, zegt ze nog steeds gekwetst. Achteraf denkt ze dat het hoorde bij het spel om haar weerbaarheid te ondermijnen. Kort voor de bevalling kreeg Ana een kalmerend middel toegediend.

Zoals in de meeste gevallen waarin er vrijwel zeker sprake is van babyroof, heeft ook Ana haar kind niet kunnen vasthouden. Ook haar dochtertje –dat misschien een zoontje was, een misleiding om latere zoektochten te bemoeilijken– werd meteen na de bevalling in alle haast afgevoerd omdat er iets niet in de haak zou zijn. Een klein halfuur later kwam de arts haar vertellen dat haar kind overleden was.

Niet bij begrafenis

Ook Ana en haar familie stuitten op merkwaardige tegenstrijdigheden. Ze wist dat haar kindje levend ter wereld was gekomen. Maar tegen de man en de moeder van Ana zei een verpleegster dat hun kindje dood was geboren. Zij wilden de baby zien. Het werd hun geweigerd. Het kind zou er beroerd uitzien, vreselijke misvormingen hebben. Dat zou alleen maar pijnlijke herinneringen opleveren. Het plotselinge mededogen met Ana en haar familie stond haaks op de lompe en haast minachtende manier waarop zij tot dan toe behandeld waren door de arts en het verplegend personeel.

En er was nog iets vreemds. Het ziekenhuis zou de begrafenis wel regelen. Nog vreemder was de voorwaarde die eraan verbonden werd: de familie mocht niet aanwezig zijn bij de begrafenis. De familie, in shocktoestand en bezorgd om Ana, die er ernstig aan toe was omdat ze bij de keizersnede veel bloed had verloren, ging akkoord. Achteraf bleek dat Ana’s kind geen eigen graf had gekregen, maar in een massagraf was beland.

Jaren later zou dat een kolossale hindernis blijken te zijn voor een onderzoek naar de toedracht. Het is bijna onmogelijk dat een rechter toestemming geeft om een massagraf te openen zodat via DNA-onderzoek de stoffelijke resten geïdentificeerd kunnen worden. Daarvoor is namelijk toestemming nodig van de familie van alle overledenen in het massagraf. En dat is zelden het geval. Vaak zijn niet eens alle families te achterhalen.

Fascisme

In 2002 zond de Catalaanse televisie een spraakmakende documentaire uit onder de titel ”De verloren kinderen van het franquisme”. Het programma toonde via diepgravend onderzoek aan hoe tijdens de eerste periode van de dictatuur van generaal Francisco Franco (aan de macht van 1939-1975) baby’s en jonge kinderen op grote schaal van politieke tegenstanders werden afgenomen als vorm van repressie.

De baby’s werden ter adoptie overhandigd aan onvruchtbare echtparen die de dictatuur gunstig gezind waren; de kinderen gingen voor „heropvoeding” naar kindertehuizen, kloosters of seminaries. Daar werden ze onderricht in de waarden van de Nationale Beweging, de belichaming van de Spaanse variant van het fascisme.

Tussen 1937 en 1950 werden zo naar schatting 30.000 kinderen van hun ouders afgenomen. Een uitgebreid netwerk met vertakkingen over het hele land zorgde voor de verspreiding van de kinderen. In de regel werden ze ver weggestuurd van hun geboorteplaats en hun biologische families. Ze zouden nooit meer iets van elkaar vernemen.

Babyroof en illegale adopties gingen door tot ver na de dood van Franco in 1975. Maar geleidelijk aan veranderde het karakter ervan. Naarmate de noodzaak van harde politieke repressie afnam, verschoof het accent naar andere slachtoffers. Steeds vaker waren het alleenstaande moeders of simpelweg ouders uit de meest kwetsbare lagen van de bevolking die van hun pasgeboren baby werden beroofd.

Omdat het niet langer ging om ‘legale’ repressie van politieke dissidenten, ontstond de behoefte om de ouders wijs te maken dat hun baby gestorven was. Daar hoorde ook een gefingeerde begrafenis bij. Nonnen in kraamklinieken, gynaecologen, verplegend personeel en begrafenisondernemers maakten deel uit van het netwerk.

Markt

Gaandeweg was er een markt ontstaan van onvruchtbare stellen uit de conservatieve maatschappelijke bovenlaag. Zij waren bereid flinke sommen geld neer te tellen voor een baby, een bedrag dat in de regel overeenkwam met de prijs van een bescheiden woning. Het werd een lucratieve handel. Indien gewenst konden de kopers het bedrag in termijnen voldoen.

De gekochte zuigeling werd vervolgens ingeschreven in het bevolkingsregister, bij voorkeur als biologisch kind van de adoptieouders. Ook dat zou de zoektocht van de gestolen baby’s en hun echte ouders flink belemmeren. Bovendien weigert de Rooms-Katholieke Kerk de archieven te openen die uitsluitsel zouden kunnen geven over het lot van de baby’s uit door de kerk beheerde kraamklinieken en ziekenhuizen. Adoptieouders die op latere leeftijd wroeging kregen, hebben hun kind verteld dat hij of zij indertijd in zo’n kliniek was gekocht.

Lange tijd hebben Adelina en Ana gedacht dat zij de enigen waren. Maar toen de Spaanse media eenmaal over de kwestie begonnen te berichten, kwam er een stroom van reacties op gang. Volgens schattingen van slachtofferorganisaties gaat het om onvoorstelbare aantallen. SOS Gestolen Baby’s houdt rekening met 300.000 gevallen van babyroof en binnenlandse illegale adoptie tussen 1960 en 1996.

Proces

Eind juni stond voor het eerst een verdachte gynaecoloog terecht. Dokter Eduardo Vela, inmiddels 85, ontkende de beschuldigingen en zei zich niets te herinneren. Jarenlang werkte hij in de San Ramonkliniek in Madrid, een van de plekken die steeds opduiken in de talloze verhalen over babyroof. In 1969 gaf dokter Vela een pasgeboren meisje aan Ines Perez wegens bewezen diensten in een klooster. Dat meisje is Ines Madrigal, de 49-jarige vrouw die met steun van haar inmiddels overleden adoptiemoeder op zoek ging naar de waarheid en haar echte identiteit.

Op de tweede zittingsdag moest het proces geschorst worden. Dokter Vela kwam niet opdagen. Hij was „onwel” geworden, zei zijn advocaat. Het is niet bekend wanneer het proces hervat zal worden.

Adelina en Ana hadden gehoopt dat dokter Vela een boekje open zou doen. Dat hij spijt zou betuigen en zou helpen om de gestolen kinderen met hun biologische ouders te verenigen. Maar ze geven de hoop niet op om hun kinderen ooit te vinden. Ze kúnnen niet anders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer