De ’studenten’ vertoonden minder belangstelling voor kunst dan wel voor veiligheidssystemen van openbare gebouwen en van de huizen van een aantal overheidsfunctionarissen.

De ’studenten’ zijn uitgebreid ondervraagd door de autoriteiten. Sommigen van hen gaven toe in Israël ervaring in het leger te hebben opgedaan op het gebied van militaire inlichtingen, met systemen voor elektronisch afluisteren en met allerlei soorten van explosieven.

Een van de ’kunstobjecten’ waarin enkele studenten waren geïnteresseerd, was de luchtmachtbasis Tinker bij Oklahoma (Oklahoma), de thuisbasis van Amerika’s AWACS-surveillancetoestellen. Daar wordt ook het onderhoud van de B-1-bommenwerpers uitgevoerd.

De autoriteiten willen geen commentaar leveren op de uitwijzing van de zogeheten studenten, die voor het eerst op een Franse website werd onthuld. Zij hebben wel alle overheidsorganisaties gewaarschuwd voor „spionageactiviteiten van jonge Israëliërs die zich als kunststudenten voordoen.”