Kerk & religie

„Bij bidden om regen hoort belijden van schuld”

Al wekenlang zucht de natuur onder de droogte en de gevolgen daarvan. Wat hebben de uitzonderlijke weersomstandigheden te zeggen? Drie predikanten reageren.

28 July 2018 08:40Gewijzigd op 16 November 2020 13:50
Ds. R. P. van Rooijen. beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. R. P. van Rooijen. beeld RD, Anton Dommerholt

De predikanten zien de gevolgen van de droogte in de eigen gemeente, bijvoorbeeld bij agrariërs. Alle drie hebben ze er aandacht aan besteed in de voorbede. Toch vinden ze het nog niet zo eenvoudig om de droogte te duiden.

Is de droogte een oordeel?

„Met het woord oordeel ben ik voorzichtig”, zegt ds. R. P. van Rooijen, hersteld hervormd predikant in Oosterwolde. „Ook onze welvaart kan een oordeel zijn. Ik denk vaak aan Agurs gebed uit Spreuken 30. Hij vroeg of de Heere hem wilde bewaren voor armoede, maar ook voor rijkdom. Tegelijk belijden we dat niets buiten Gods voorzienigheid omgaat. Daarom kan ook in deze droogte een oordeel liggen.”

Ds. J. Lohuis, hervormd predikant in Scherpenisse, vindt de vraag naar de betekenis van de droogte „een heikel onderwerp. Aan de ene kant zie ik kleine boeren bijna failliet gaan; veel meer droogte kunnen ze niet hebben. Tegelijk sprak ik een boer die zei: „Wij werken hard voor onze producten, maar de prijzen zijn veelal te laag.” Als een deel van de oogst mislukt, moet er ook meer betaald worden. We zouden daardoor een correctie kunnen krijgen in ons consumeren.”

„De Heere spreekt door gebeurtenissen als deze”, reageert ds. P. Mulder, predikant van de gereformeerde gemeente in Tricht-Geldermalsen. „Denk aan Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus: in alle dingen, ook regen en droogte, is Gods hand. In de huidige droogte zie ik twee dingen. Ten eerste laat de Heere ons onze afhankelijkheid van Hem zien. We beleven die te weinig, juist ook in eenvoudige dingen als regen. Hij laat zien dat geen mens regen maken kan. Daarnaast wijst God onze afgoden aan. We moeten af van onze kennis, ons materialisme, dat waar we zo aan vastzitten. De omstandigheden laten zien: de Heere is God.”

Waar moeten wij om bidden, als de Heere spreekt door de droogte?

„In mijn gemeente heb ik mijn aarzeling rond deze vraag verwoord”, zegt ds. Lohuis. „Enerzijds zie ik de schade die de droogte toebrengt. Tegelijk vraag ik: wat beogen we met onze vraag om regen? Nederland heeft de Heere vergeten, we gaan aan het welmenend aanbod van Christus voorbij. Als deze droogte een oordeel is, of een kastijding van de Heere om onze gezindte op haar plek te brengen, mogen wij dan zonder meer om regen bidden?”

Ds. Mulder herkent de verlegenheid, maar plaatst een kanttekening. „We mogen bidden om regen, zoals de Heere Jezus ons ook leerde bidden om ons dagelijks brood. Als we altijd maar beseffen dat dit gebed onder de spanning staat van het ”Uw wil geschiede”. Wij weten en kennen de wil van de Heere hierin niet en dat moet ons voorzichtig maken. Maar vanuit die bescheidenheid mogen wij vragen om regen.”

„Het woordje ”dagelijks” betekent: dat wat we iedere dag nodig hebben”, reageert ds. Van Rooijen. „Maar we krijgen vaak zoveel meer dan dat; we hebben overvloed. Zien wij de nood ook over onze eigen grenzen heen, daar waar honger is of oorlog? Krijgt dat ook een plek in onze gebeden? In 1 Koningen 8 zegt Salomo dat de Heere de hemel kan sluiten zodat er geen regen is, omdat het volk tegen Hem gezondigd heeft. Wij kunnen daarom niet bidden om regen zonder schuldbelijdenis. Ook over hoe wij omgaan met onze luxe.”

Hoe staat u tegenover een biddag met het oog op de droogte?

Ds. Mulder: „Een biddag kan iets goeds zijn, maar ik zou er voorzichtig mee zijn. Er zijn ook andere zaken, geestelijke zorgen, waarvoor gebed nodig is. Geef de droogte in de zondagse gebeden een duidelijke plek. Daarnaast in het persoonlijke gebed in de binnenkamer, dat is wel het eerste.”

Ds. Van Rooijen sluit zich daarbij aan. „We moeten niet vergeten dat we al een biddag gehouden hebben in maart, die zich ook uitstrekte naar de toekomst. Die dag stond ook in het teken van de belijdenis dat regen en droogte alleen komen vanuit de Vaderlijke hand van God. En als het goed is, was ook die dag een boetedag. Laten we door bijzondere gebedsdagen de jaarlijkse biddag niet in de schaduw stellen.”

„Toch zou er historisch veel voor te zeggen zijn”, stelt ds. Lohuis. „Onze vaderen schreven ook biddagen uit rond bijzondere gebeurtenissen. Ik wil best een landelijke biddag, maar dan wel met de noties die genoemd zijn. We kunnen niet zonder meer om regen bidden, zonder bekering tot de Heere. Als die nood niet leeft, houden we een biddag, hebben we onze plicht gedaan, en dan? Als de Heere ons met deze sprake uit de natuur op de knieën brengt en kerkelijk Nederland zich zou bekeren, is mij dat meer waard dan dat er nu regen komt en we gewoon weer onze gang gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer