Als een vogel
Psalm 104:34
„Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in de Heere verblijden.” Het gebed is een zeer gezegend genademiddel. Het kan de gemeenschap versterken tussen Christus en de Zijnen. Toch weten velen uit ervaring hoeveel vormelijks er soms is in hun gebeden en hoe weinig kracht ervan uitgaat. Zo is het ook met het lezen van de Heilige Schrift, met de christelijke gemeenschap en met het gebruikmaken van de verbondstekenen. Al deze middelen kunnen regelmatig worden betracht. Toch is er vaak zo weinig leven of kracht, zo weinig geloof of gevoel, zo weinig levende oefening met de Heere. Geestelijke overdenkingen behoeven, vooral wanneer ze gericht zijn op de Persoon en het werk van de Heere, de hulp van de Heilige Geest. Zonder deze Geest kunnen geestelijke werkzaamheden niet beginnen of voortgezet worden. In geestelijke overdenkingen is de ziel niet zoals de vis in de vijver, die kan zwemmen of slapen zonder dat buitenstaanders het verschil zien, maar als een vogel: tenzij zijn vlucht voortdurend ondersteund wordt door de beweging van zijn vleugels, stort hij naar beneden. Sommige kerkgangers schijnen bijna onvatbaar voor geestelijke overdenkingen. Zij kunnen zich niet verheffen, als een vogel waarvan de vleugel gewond is. Dat komt door een omzwervend gemoed of door onbekwaamheid om de gedachten op geestelijke zaken te vestigen.
J. C. Philpot, predikant te Stamford
(“Jezus, als de grote Hogepriester van het huis Gods”, 1862)