Verliesbeurt voor Wall Street
De Amerikaanse beurzen zijn donderdag met verliezen de handel uit gegaan. Beleggers op Wall Street reageerden op een grote stroom bedrijfsresultaten, waaronder die van eBay en Alcoa. Ook leken de handelszorgen weer wat op te spelen.
De Dow-Jonesindex sloot 0,5 procent lager op 25.064,50 punten. De brede S&P 500 leverde 0,4 procent in tot 2804,49 punten en techbeurs Nasdaq gaf ook 0,4 procent prijs, op 7825,30 punten.
President Donald Trump heeft hard uitgehaald naar de Europese Unie vanwege de recente boete tegen de Amerikaanse technologiegigant Google. „Ze profiteren echt van de VS, maar niet meer voor lang”, twitterde hij over Brussel. Daarnaast baarde Trump opzien door in een interview kritiek te uiten op de recente renteverhogingen door de Federal Reserve. De financiële markten verwerkten tevens de uitlatingen van de economische adviseur van het Witte Huis, Larry Kudlow, die stelde dat de handelsgesprekken tussen de VS en China zijn vastgelopen.
Aluminiumproducent Alcoa moest het flink ontgelden te midden van alle handelsperikelen. De spanningen waren voor het bedrijf aanleiding om de financiële verwachtingen te verlagen, waarna beleggers het aandeel meer dan 13 procent lager zetten.
Webwinkelbedrijf eBay ging dik 10 procent onderuit, ondanks dat het de afgelopen periode wel meer kopers naar zijn marktplaats wist te trekken. Dat leidde ook tot een hogere omzet en winst. Het bedrijf heeft zijn vooruitzichten voor de omzet in de rest van het jaar echter naar beneden bijgesteld.
Ook American Express stelde teleur. De creditcardmaatschappij leverde bijna 3 procent aan beurswaarde in. Andere ondernemingen die de boeken openden waren verfreus PPG, Domino’s Pizza, sigarettenmaker Philip Morris en verzekeringsmaatschappij Travelers. Zij noteerden tot bijna 4 procent in de min. Techconcern IBM kreeg de handen van beleggers wel op elkaar, met een plus van ruim 3 procent.
De euro was 1,1638 dollar waard, tegen 1,1601 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,9 procent tot 69,35 dollar. Brentolie kostte 0,5 procent minder en werd verhandeld voor 72,53 dollar per vat.