Huizenprijzen stijgen niet meer
Huizen worden niet duurder en vrijstaande woningen dalen zelfs licht in prijs. Maar dat kan zo veranderen. Als de economie goed op gang komt, kan er opnieuw „een prijsbubbel” ontstaan, waarschuwt de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM).
NVM-directeur O. Smit maakte donderdag bij de presentatie van de woningmarktcijfers over het tweede kwartaal opnieuw van de gelegenheid gebruik zijn zorgen uit te spreken. „Als mensen de vrije keus hadden, zouden de prijzen wel wat zakken. Maar die vrijheid is er niet, want de consument kan niet huren en er wordt te weinig nieuwbouw gepleegd. Dat betekent dat er zo weer dezelfde situatie als eind jaren negentig kan ontstaan.”
Smit ziet zijn gelijk bewezen in de regio’s Tilburg, Eindhoven en Breda. Daar kwam de afgelopen maanden de nieuwbouw op grote (Vinex-)locaties goed op gang. Dat resulteerde in een daling van de prijzen van de woningen in die contreien met circa 0,2 procent. Geen opzienbarende verschuiving, maar elders deden zich -gemiddeld- lichte stijgingen voor.
De vraag naar goedkopere, scherp geprijsde woningen blijft dus onverminderd hoog. Het sterkst manifesteert zich dat op de markt voor appartementen. De gemiddelde prijs van een te koop staand appartement veranderde de voorbije maanden nauwelijks. Maar ondertussen was de markt allerminst rustig. Er kwamen nogal wat nieuwe appartementen bij met een lagere vraagprijs. Juist die gingen als warme broodjes over de toonbank.
„Feitelijk geldt die vraag ook voor de andere woningtypen”, aldus Smit. Vooral bij hoekwoningen, tussenwoningen en eenvoudige twee-onder-een-kapwoningen is dat het geval. Duurdere en luxere huizen verkopen lastiger. Volgens de makelaars bepalen de consumenten die op huizenjacht zijn daarom nog altijd de spelregels. Het is duidelijk een kopersmarkt, meent Smit.
Het moeizaamst verloopt de verkoop van dure vrijstaande huizen. De prijs ervan daalde het afgelopen kwartaal licht. „Je ziet dat woningen in die categorie die drie maanden geleden al te koop stonden, nu nog niet van eigenaar zijn gewisseld.” Bij duizenden van deze woningen verdwijnt zonder verkoop het bordje uit de tuin. Volgens Smit was in die gevallen sprake van een „niet-reële prijsstelling. De eigenaar heeft nu besloten dan maar geen tweede appartement in Zuid-Europa te kopen.”
De NVM-directeur is niet echt negatief gestemd over de woningmarkt. Hoewel hij zijn aanvankelijke verwachtingen voor een stijging van de prijzen iets naar benden heeft moeten bijstellen, gaat hij ervan uit dat de inflatie wordt gehaald. „Dat is een goede zaak.”
Met de transacties is het evenmin slecht gesteld. „Er wordt behoorlijk verkocht.” In het tweede kwartaal nam het aantal verkopen toe met 10 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2004. Gemiddeld stond een woning ongeveer tachtig dagen te koop. Dat is veel langer dan in jaren waarin de huizenprijzen razendsnel stegen, maar minder dan de negentig dagen in het eerste kwartaal. „Een Nederlandse zomer. Er is hier en daar bui en soms mooi weer”, aldus Smit.