Amnesty: NAVO en VN faalden bij bescherming Serviërs in Kosovo
De NAVO–vredesmacht en het VN–bestuur in Kosovo hebben onvoldoende gedaan om de Servische minderheid te beschermen tijdens etnische rellen waarbij vier maanden geleden negentien mensen om het leven kwamen. Dat stelt Amnesty International in een donderdag verschenen rapport.
In maart vielen etnische Albanezen de Servische minderheid in Kosovo aan. In twee dagen tijd werden achthonderd huizen en kerken platgebrand. Enkele duizenden Serviërs sloegen op de vlucht.
De NAVO en de Verenigde Naties zijn volgens Amnesty medeverantwoordelijk voor het uit de hand lopen van het geweld in Kosovo, dat sinds 1999 onder bestuur van de VN staat. Amnesty neemt het Kosovo–bestuur kwalijk dat er geen calamiteitenplannen klaarlagen. Ook de NAVO–vredesmacht bleef in gebreke en greep nauwelijks in toen de rellen uitbraken.
Volgens Amnesty is de situatie in Kosovo zo gespannen dat het bestuur rekening had moeten houden met gewelddadige excessen. Bovendien moet KFOR meer troepen paraat hebben om op te treden bij gevechten, aldus Amnesty.