Vennen in de Kempen lopen leeg: vis gaat dood, vogels verdwijnen
Sinds zes jaar lopen twee vennen in natuurgebied De Maaij in de Kempen, even ten zuiden van Eindhoven, in de zomer helemaal leeg. Dat heeft grote gevolgen voor het natuurgebied. De vis gaat dood en daarmee verdwijnen ook zeldzame moerasvogels zoals de kwak, de roerdomp en het woudaapje.
Een waterlelie ligt te verschrompelen in de felle zon op de bodem van de Pastoorsweijer, een ven in De Maaij, een onderdeel van de Kempen, een gebied tussen Eindhoven en de Belgische grens. „Het water staat normaal tot hier.” Boswachter Michel Hendrix van Natuurmonumenten beweegt zijn hand op heuphoogte. Met zijn schoen krabt hij in het laagje verdroogde kranswieren dat de gescheurde bodem bedekt. „Laatst schoot hier nog een hagedis weg.”
Het is al de zesde keer dat het ven, dat vroeger dienstdeed als viskwekerij, helemaal opdroogt zonder dat precies duidelijk is waardoor. Het gaat Hendrix aan het hart dat de kwak, de roerdomp en het woudaapje, de zeldzame moerasvogels die in dit gebied leven, noodgedwongen naar elders vertrekken, net als het ijsvogeltje. De visjes waar zij van leven zijn weg. „Voor de visarend was dit vroeger ook een interessant ven, want die vangt alleen maar grote vissen, zoals de karpers die hier werden gekweekt.”
Die kweek gebeurde voor de rooms-katholieke bevolking, die traditioneel op vrijdag geen vlees eet. De grote karpers zijn gered toen het ven voor het eerst droog viel, de jonge vis ging dood. Nieuwe visjes kwamen na de droogte mee met het vers aangevoerde water.
Een kikkertje, niet groter dan een duimnagel, maakt zich uit de voeten. „Die redt het wel, hij schuilt in de spleten van de opengesprongen bodem”, zegt Hendrix terwijl hij de ogen samenknijpt tegen de felle zonnestralen. Achter de rietkraag schiet aan de rand van het ven de munt al kniehoog op, net als wolfspoot en waterzuring. Ook zitten er al plukjes gesteeld glaskroos, een pionierplantje, op de droge klonten.
Moerasgebied
De Pastoorsweijer is net als de Liskes een natuurlijk ven. Beide liggen op de laagst gelegen gedeelten van een lintachtig moerasgebied dat vroeger in de winter blank stond en in de zomer wat droger was. Om het beter bruikbaar te maken voor de landbouw werd er in de negentiende eeuw een waterloop aangelegd om de waterhuishouding beter te beheersen. In natte tijden verbond de loop de twee vennen en voerde het overtollige water af. De ruilverkaveling in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw borduurde daarop voort en gaf de landbouw op de schrale zandgrond ruim baan.
De waterloop voert ook water aan uit het Kempisch Kanaal in België. Hoewel het aantal liters per seconde gelijk blijft, is dat de laatste jaren niet voldoende om te voorkomen dat er een tekort ontstaat. Als gevolg daarvan zijn de hengelsportvereniging, daarna de boeren en ten slotte de Pastoorsweijer en de Liskes, in de afgelopen weken van de watertoevoer afgesloten.
„Dat moet ook wel”, erkent Hendrix met spijt, want de waterloop zelf is van hoge ecologische waarde. Hier is onder meer de zeldzame bosbeekjuffer te vinden en de beekprik, een vissoort. Het waterschap wil die zo lang mogelijk van het levensreddende water voorzien. „Ik had nooit gedacht dat die afweging nog eens gevolgen zou hebben voor ons”, verzucht Hendrix, die jaren heeft gelobbyd om dit probleem op de agenda te krijgen. Het onderzoek naar de oorzaak van het weglekkende water moet ondanks bemoeienis van de provincie Noord-Brabant nog beginnen.
Kansloos
Verderop, bij de Liskes, begeleidt een peloton reigers –blauwe en zilverreigers– samen met aalscholvers en kokmeeuwen de terugtrekkende waterlijn. De vis die er nog zit is kansloos, want die kan nergens heen. „Een lopend buffet”, karakteriseert Hendrix het tafereel.
Dankzij de helling in de bodem, die anderhalve eeuw geleden nog werd aangebracht om de kweekvis gemakkelijk te kunnen vangen, loopt het ven „prima leeg”, stelt de boswachter. „Er is iets goed mis met de ondergrond. Het grondwaterpeil in het moerasgebied staat ongekend laag, en als gevolg daarvan lopen ook de vennen leeg.”
Maar wat de oorzaak precies is, is onduidelijk. Hendrix is ervan overtuigd dat de landbouw hier een rol in speelt, maar ook de drinkwaterwinning in het nabije België én het watergebruik van de industrie in de omgeving. „Wij zijn deel van een heel ingewikkeld systeem.”
De gevolgen treffen niet alleen de vennen. Ook de berken, lijsterbessen en vuilbomen –sporkenhout– langs het zandpad lijden ernstig onder de droogte. De boswachter zet even zijn vierwielaangedreven Fiat Panda stil om passerende dagjesmensen op de fiets niet te verstikken in een wolk stof. „Kijk, het is net herfst, de bladeren vergelen en de bomen laten ze vallen. Dat is een overlevingsmechanisme, zo is het risico dat ze helemaal verdrogen en afsterven minder groot.”
Aan de rand van de Liskes blijkt hoe ingewikkeld de zaken zijn. Nog steeds worden de sloten schoongemaakt om in geval van plotselinge aanhoudende regen in de zomer –zoals twee jaar geleden– water te kunnen afvoeren, zodat de boeren geen schade lijden. Tegelijkertijd draaien de pompen in de buurt overuren om mais en andere gewassen van voldoende water te voorzien, water dat uit de diepere lagen wordt gehaald. „Dit perceel lig net zo laag als het moeras”, wijst hij naar de mais waarvan de bladeren door de droogte beginnen te krullen. „Ik heb nog nooit eerder gezien dat hier werd gesproeid.”
Water voor wild op de Veluwe
Ook op de Veluwe staan momenteel poelen droog. De oorzaak daarvan is, in tegenstelling tot de vennen in de Kempen, wel bekend: het heeft al wekenlang niet geregend. Gevolg: het wild op de kurkdroge Veluwe heeft dorst. Boeren in het gebied helpen de dieren door duizenden liters water uit giertanks te legen in droogstaande poelen in het gebied. Een aantal van die poelen dient tevens als extra watervoorraad voor de brandweer in geval van een natuurbrand.
De verscholen poelen op de Posbank bij Rheden en de Veluwezoom staan allemaal droog, aldus boswachter Jan Potkamp van Natuurmonumenten. Op de Veluwezoom leven naast herten en zwijnen ook Schotse hooglanders en paarden. Met name de koeien zijn erg dorstig.
In Het Nationale Park De Hoge Veluwe vult de brandweer indien nodig drinkplaatsen bij, maar dat is tot nu toe nog niet gebeurd, zegt een woordvoerder. „De plekken liggen erg beschut.”
De natuurorganisaties constateren ook dat de conditie van de wilde zwijnen slecht is door de droogte. Er gaan meer biggen dood dan in andere jaren. Dat komt volgens De Hoge Veluwe doordat zwijnen vocht uit bessen en gras halen. Maar doordat de natuur verdort, krijgen de dieren te weinig vocht binnen, terwijl kevers en torren, die ze ook eten, diep in de grond zitten. De zwijnen vermageren zichtbaar en zeugen hebben onvoldoende melk om hun biggen te voeden.
Door de droogte vallen veel eikels en beukennootjes al van de bomen. Dat kan betekenen dat er dit najaar onvoldoende voedsel is voor de wilde zwijnen.
Waterschappen houden de situatie steeds scherper in de gaten. Waterschap Rivierenland gaat de veendijken in het westelijk deel van het gebied inspecteren op scheuren en barsten. Drents Overijsselse Delta is gestopt met het maaien van de zanddijken langs IJssel, Vecht en Zwarte Water, omdat de dijken door maaien verzwakken. In vrijwel het hele zuiden en oosten van het land gelden inmiddels sproeiverboden. De schappen intensiveren de controles op illegaal gebruik van water uit vijvers, beken, sloten en kanalen. Er zijn al boetes uitgeschreven.