Coördinatie hulpverlening bij rampen onvoldoende
De organisatie van geneeskundige hulp bij ongelukken en rampen (GHOR) moet beter. De manier waarop die zorg nu is geregeld, zal leiden tot „toekomstige missers.”
Dat stellen de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor Volksgezondheid (RVZ) in een donderdag gepubliceerd rapport. Zij vinden dat het Rijk moet ingrijpen voordat het te laat is.
De twee raden constateren in hun rapport ”De GHORdiaanse knoop doorgehakt” dat de overheid tekortschiet op het gebied van geneeskundige hulp bij grote calamiteiten zoals de cafébrand in Volendam tijdens de jaarwisseling van 2000-2001. Onduidelijk is welke instantie waar verantwoordelijk voor is. Om medische hulpverleners beter voor te bereiden op een crisissituatie moet Den Haag volgens de onderzoekers meer geld beschikbaar stellen voor oefeningen.
De coördinatie van alle hulpverleners bij een ramp loopt via 25 regionale veiligheidsbesturen. Door de onduidelijke organisatie van de GHOR stuiten die echter bij een crisis op praktische problemen. In tegenstelling tot de politie en de brandweer ontbeert de medische hulp volgens de raden bijvoorbeeld een „duidelijke bevelsstructuur”, wat een efficiënte aanpak bemoeilijkt.
Beide raden vinden dat de geneeskundig coördinator die nu al de medische hulp in een regio moet aansturen, ook daadwerkelijk de bijbehorende bevoegdheden moet krijgen. Ook moet de meldkamer voor acute ambulancehulp weer in handen van de overheid komen, opdat die bij een ramp gemakkelijker kan aanschuiven in de gemeenschappelijke meldkamer van politie, brandweer en ambulance waar het kabinet naar streeft. Van de 58 meldkamers zijn er 21 nu in particuliere handen. Vaak hebben die niet genoeg geld om te oefenen.
De overheid moet die trainingskosten volgens de raden voor haar rekening nemen. Om „missers” bij rampenbestrijding te voorkomen moet oefening „prioriteit” hebben, stellen de onderzoekers. Daarbij vinden ze het de taak van de overheid te zorgen voor „de veiligheid en de gezondheid van burgers.” Die taak moet zij met extra geld „waarmaken.”
In het tv-programma NOVA zei RVZ-voorzitter F. Sanders woensdagavond: „Het gevaar is dat een echte ramp ook de eerste oefening is.” Sanders meent dat de slechte voorbereiding op rampen mogelijk doden en gewonden tot gevolg kan hebben.
Rob en RVZ overhandigden hun rapport donderdag aan de ministeries van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken.