Het Openbaar Ministerie mag de informatie uit de verhoren van de parlementaire commissie niet gebruiken voor strafrechtelijk onderzoek. Minister Korthals van Justitie liet daarom aan de commissie weten dat een verdachte niets beter kan doen dan verschijnen voor de parlementaire commissie. Volgens voorzitter M. Vos van de commissie zijn duidelijke afspraken met het OM nodig over de volgorde van de verhoren en eventuele beslotenheid daarvan.

De VVD deelt de suggestie van partijgenoot Korthals dat het Openbaar Ministerie de regie zou moeten krijgen. De commissie zelf voelt daar niet voor en weet zich gesteund door een meerderheid in de Kamer. In de brief aan de Tweede Kamer staat: „De Enquetecommissie Bouwnijverheid gaat ervan uit dat zij op korte termijn zal kunnen beschikken over de voor het onderzoek relevante gegevens die voorhanden zijn bij ministeries, het OM en de NMa. Parlementair onderzoek uitgevoerd door een enquetecommissie overstijgt afzonderlijke deelonderzoeken.”