Archeoloog VS: Jihadisten verdienden grof geld aan erfgoed uit Syrië
Opgeblazen tempels, ingestorte gebouwen en vernielde altaren. Het oorlogsgeweld in het Midden-Oosten laat zijn sporen na. Ook veel cultureel erfgoed is op de zwarte markt beland. Dr. Michael Danti en zijn team brengen de schade in kaart.
De Amerikaanse archeoloog werkte twintig jaar in Syrië en Irak. De opkomst van terreurgroep Islamitische Staat (IS) maakte daar in de zomer van 2014 een einde aan. Hij hielp mee met de ontruiming van de historische universiteit van Mosul. Daarbij werd geprobeerd zo veel mogelijk erfgoed te redden.
Dr. Danti sprak dinsdag aan de Universiteit Utrecht tijdens een publiekscollege over de gevolgen die de oorlogssituatie in het Midden-Oosten heeft voor christelijk cultureel erfgoed. De bijeenkomst vond plaats in het kader van het 17e Internationale Congres van Christelijke Archeologie. Het is de eerste keer dat Nederland gastheer is van deze vijfjaarlijkse conferentie.
Puinhopen
„De beelden uit de Syrische stad Aleppo zijn ontluisterend”, aldus dr. Danti. „De puinhopen waren vroeger een plein waar ik koffie zat te drinken. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.”
De Amerikaanse onderzoeker heeft inmiddels bijna 2000 locaties in Syrië en Irak in beeld waar cultureel erfgoed is verwoest. Om die plekken op te sporen, maken dr. Danti en zijn medewerkers gebruik van satellietbeelden. „Als er een melding is, gaan mensen ter plaatse de locatie bezoeken. Dat is gevaarlijk werk. Het materiaal dat we vinden, hopen we in de toekomst tijdens rechtszaken als bewijs te kunnen gebruiken.”
Volgens dr. Danti is IS verantwoordelijk voor de meeste gevallen van verwoesting van cultureel erfgoed. „In Irak ligt dat aandeel op 90 procent. In Syrië wordt bijna een kwart van de verwoestingen echter veroorzaakt door andere groeperingen of door luchtaanvallen.”
De jihadisten doen in hun propagandavideo’s net alsof alle culturele en historische objecten volledig vernietigd worden. „Dat is schijn”, aldus dr. Danti. „Slechts enkele beelden zijn vernield. De overige goederen werden verkocht. Daar hebben de jihadisten grof geld aan verdiend. Die spullen kwamen dan met name bij particulieren in Rusland terecht. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan beeldjes van grafmonumenten uit Palmyra.”
Dr. Danti stelde verder dat de verwoesting van cultureel erfgoed grote gevolgen heeft voor het Midden-Oosten. „Het is een aanval op de diversiteit, identiteit, gemeenschap en vrijheid van meningsuiting in de regio.”
De archeoloog gaf aan ook naar de toekomst te willen kijken. „Momenteel is er in Amerika een beurs beschikbaar voor onderzoek naar een goede manier om de christelijke gemeenschappen uit het Midden-Oosten te laten terugkeren naar hun leefomgeving. Daar hoort het herstel van het cultureel erfgoed op die locaties bij.”
Burgeroorlogen
Jurist Roland Defendini uit Frankrijk noemde het „van groot belang” dat cultureel erfgoed voldoende wordt beschermd. „Erfgoed wordt steeds vaker doelwit van geweld tijdens burgeroorlogen. Denk aan voormalig Joegoslavië, waar steden zoals Dubrovnik en Sarajevo het moesten ontgelden.
Sinds de opkomst van IS hebben de Verenigde Naties meerdere resoluties aangenomen. Daarin staat dat het verwoesten van cultureel erfgoed ook een oorlogsmisdaad is. In 2016 werd daarom een jihadist veroordeeld tot negen jaar cel. Omdat de resoluties een bindend karakter hebben, is iedere lidstaat verplicht zich aan de uitvoering ervan te houden.”
Terugkeer
Narmen Ali Muhamad Amen uit de Iraaks-Koerdische stad Erbil schetste een beeld van de terugkeer van christenen na de aftocht van de IS-strijders. „Er zijn gelukkig nog historische gebouwen uit de vierde eeuw onbeschadigd gebleven. Ze worden bewaakt door de politie. Maar er zijn ook kerken en kloosters verwoest. Bijvoorbeeld een twaalfde-eeuws kerkgebouw waarvan de pilaren zijn besmeurd met een schadelijk chemisch mengsel.”
Christelijke gemeenten nemen hun bedehuizen weer in gebruik voor kerkdiensten. „Maar dat is niet eenvoudig”, vertelde de Koerdische christin. „Bovendien is het voor mensen lastig om de kerk te bereiken. Veel wegen zijn nog altijd onbegaanbaar vanwege de schade.”