China wil scherper toezicht op godsdiensten
De Chinese premier Zhu Rongji heeft dinsdag opgeroepen tot scherper toezicht op religieuze groeperingen in het land. Tegenover de leden van het Nationale Volkscongres verdedigde Zhu de vervolging van verboden bewegingen als Falun Gong.
„We moeten de beheersing van religieuze zaken in overeenstemming met de wet versterken”, zei Zhu. Godsdienstige organisaties moeten zich volgens hem aanpassen aan de socialistische maatschappij. Groeperingen die niet officieel erkend zijn, moeten vervolgd worden. „We moeten Falun Gong en andere sektes blijven bestrijden”, aldus de premier.
Diplomaten in de Chinese hoofdstad Peking zien in de woorden van Zhu een bevestiging van het regeringsbeleid. Godsdienstvrijheid geldt alleen voor erkende godsdiensten die onder directe controle van de Communistische Partij staan, terwijl niet-erkende groeperingen als een bedreiging voor het bewind worden gezien.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken deed dinsdag een Amerikaans rapport dat China beschuldigt van het beperken van de religieuze vrijheid, af als leugens. Volgens het document van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft China vorig jaar de aanpak van enkele religieuze bewegingen verhard. China heeft bovendien de internationale strijd tegen terreur aangegrepen om een operatie tegen moslimseparatisten in de provincie Xinjiang te rechtvaardigen.