Het is oppassen geblazen voor „valse internetgoden”, zo stelde de raadsvoorzitter van de Evangelische Kerk in Duitsland donderdag bij een conferentie in Berlijn. Onder zijn gehoor waren zo’n 500 vertegenwoordigers van politieke partijen en maatschappelijke organisaties, zo meldde de Duitse nieuwsdienst Idea vrijdag.

In zijn toespraak over ”Mensbeelden in het digitale tijdperk”, waarschuwde Bedford-Strohm voor de macht die een bedrijf als Facebook kan uitoefenen. Grote internetondernemingen beschikken over gegevens van miljarden mensen. Zij kunnen het karakter en de voorkeuren van een persoon soms beter inschatten dan zijn partner, ouders of naaste vrienden. „Achter onze ruggen, ongevraagd en onzichtbaar, worden we geanalyseerd en gecategoriseerd. Daarna worden we blootgesteld aan specifieke advertenties of aan politieke beïnvloeding, zonder dat we dat zelf doorhebben.”

Volgens de kerkleider is het een verantwoordelijkheid van de politiek om de macht van techbedrijven te begrenzen en gebruikers zeggenschap te laten hebben over hun eigen gegevens. Hij bepleitte de komst van advertentievrije betaalmodellen voor Europese uitgevers en omroepen.

Digitalisering moet volgens de EKD-voorman geen terrein zijn waarin de vrije markt alles voor het zeggen heeft, of waarin Europa en landen als China en de Verenigde Staten een wedloop houden om hoeveelheden de verwerking van computerdata of de ontwikkeling van algoritmes om die data te interpreteren.

Bedford-Strohm waarschuwde dat de beloften die internetbedrijven doen, soms bedrieglijk veel overeenkomsten hebben met eigenschappen die worden toegeschreven aan de Geest van Pinksteren. „Gezondheid voor alle mensen, een lang, zogenaamd eeuwig leven, communicatie met iedereen en een webgebaseerde wereld waarin iedereen gelijk is.”

Digitalisering is volgens Bedford-Strohm „omgeven met quasireligieuze verwachtingspatronen. Je hoeft geen hoogleraar theologie te zijn om toe te geven dat de beloften van techbedrijven vaak overeenkomen met de belofte van de slang aan Eva uit Genesis 3:5: „Gij zult als God wezen.””