„Nog veel mis met langdurige zorg aan huis”
De zorg aan huis voor mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking laat nog veel te wensen over. Een nieuw zorgstelsel, dat sinds 2015 van kracht is, had hier verandering in moeten brengen. Dit is echter op een aantal vlakken niet gelukt, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op basis van een een evaluatie van de hervorming Langdurige Zorg.
Zo zien zorgbehoevenden vaak door de bomen het bos niet meer bij het zoeken naar de juiste hulp in hun gemeente. Voor mensen die meerdere vormen van langdurige zorg nodig hebben is dit nog verwarrender. Zij hebben vaak geen professionele hulp om dit goed voor ze te coördineren.
Ook stelt het SCP vast dat er in de afgelopen jaren niet meer vrijwilligers en mantelzorgers zijn bijgekomen om voor hun naasten te zorgen. Voor de overheid was dit wel het uitgangspunt bij het invoeren van de nieuwe zorgregels.
Mede door het nieuwe beleid wonen er wel meer ouderen langer zelfstandig thuis. Zij kunnen gebruikmaken van ondersteuning van de gemeente. Maar de kwaliteit van leven, redzaamheid en deelname aan de samenleving van gebruikers van deze ondersteuning zijn volgens het planbureau niet verbeterd.
Om de knelpunten aan te pakken pleit het planbureau onder meer voor betere ondersteuning van zorgbehoevenden. „Ook zijn oplossingen nodig voor het gesignaleerde ‘gat’ tussen de zorg en ondersteuning thuis en in instellingen. Mensen met verschillende hulpbehoeften zijn gebaat bij professionele regievoerders die alle hulp organiseren en coördineren”, aldus het planbureau.
Gemeenten en zorgverzekeraars zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor onder meer de maatschappelijke ondersteuning en wijkverpleegkundige zorg aan langdurig zieken en ouderen. Sindsdien groeien de uitgaven aan langdurige zorg en ondersteuning minder hard dan voorheen.