In een interview met Paul Rosenmöller in het dinsdagavond uitgezonden programma Spraakmakende Zaken zegt Plooy dat hij op de hoogte is gebracht van de liquidatieplannen door een advocaat.

„Ik ken Plooy als een goede officier”, zegt Röttgering, „dus ik houd de mogelijkheid open dat er een redelijke verklaring voor is dat hij dit heeft gedaan. Maar mijn eerste reactie is: Ik begrijp dit niet en het lijkt me ook link.”

Plooy werd op 1 augustus vorig jaar gebeld door een advocaat, die hij verder niet met naam en toenaam noemt. De raadsman wilde Plooy dringend spreken, omdat hij informatie had over een voorgenomen liquidatie van de aanklager. In een persoonlijk onderhoud vertelde de advocaat aan Plooy dat hij had vernomen dat er Albanezen op weg waren om hem te liquideren.

Na overleg met zijn superieuren bij het Amsterdamse parket dook Plooy onmiddellijk onder en werd hij voorzien van persoonlijke bewakers. De affaire leidde tot een conflict met de top van het openbaar ministerie, die geen toestemming verleende voor de inzet van een kroongetuige. Deze beweerde de bedreigingszaak te kunnen helpen oplossen. De weigering van de OM-top is bij Plooy slecht gevallen.

Plooy werd na het vertrek van zijn voorgangers F. Teeven en M. Witteveen het gezicht van het Amsterdamse parket als het om bestrijding van de zware georganiseerde misdaad ging, in het bijzonder de zogenoemde Hollandse en Joegoslavische netwerken. De kroongetuige zou hebben kunnen verklaren dat de beruchte Servische crimineel Sreten J. het brein achter de voorgenomen moordaanslag zou zijn. J. heeft deze aantijging van meet af aan als onzinnig van de hand gewezen.

Eerder dit jaar liet Plooy weten zich voorlopig met andere taken binnen de gelederen van het Amsterdamse OM te gaan bezighouden. Vorige week werd echter bekend dat hij per 1 september overstapt naar het landelijk parket, dat zich overwegend toelegt op het bestrijden van zware misdaad.

Advocate Röttgering zegt niet te weten wie de advocaat is die Plooy vorig jaar heeft gewaarschuwd. „Als blijkt dat hij of zij lid is van onze vereniging en vraagt om bijstand, dan zullen wij dat doen. Want het gaat om een belang waar wij als advocatenvereniging voor staan.”