Eerbied voor het Boek in oud keldergewelf
Dat de Nieuwe Bijbelzaal zich in het keldergewelf van het oude pand van het Bijbels Museum in Amsterdam bevindt, is misschien wel een beetje symbolisch. Het is immers de Bijbel, in al zijn uitgaven en verschijningsvormen, die het onderliggende fundament vormt van al het werk van het Amsterdamse museum.
„Wat de beste bijbelvertaling is? Iedere vertaling heeft nadelen, dus als je de Bijbel echt wilt lezen dan moet je de grondtalen leren. En zo moeilijk is dat nu ook weer niet”, meent conservator drs. Hermine Pool.
Het is een prachtige ruimte, de gewelvenkelder van het monumentale pand aan de Herengracht in Amsterdam waar het Bijbels Museum gehuisvest is. Er is geen daglicht, maar door op een subtiele manier verlichting aan te brengen, staat alles wat aandacht verdient toch in het licht. Knap is het dat de uitgebreide expositie overzichtelijk is opgesteld in de relatief kleine ruimte. In het thema van de zaal, ”Van kleitablet tot internet”, klinkt de breedte van het tentoongestelde trouwens al door. En wie hier de oudste gedrukte Bijbel van Nederland opengeslagen in een vitrine ziet liggen met op een paar meter afstand een computerscherm waarmee bezoekers toegang kunnen krijgen tot een schat aan digitaal opgeslagen informatie, die voelt iets, iets van eerbied. Eerbied voor het Boek dat hier centraal staat. Boek van God, boek voor mensen. Bewondering ook voor de geweldige passie waarmee mensen de eeuwen door met dit boek bezig zijn geweest. Of het nu om rijk versierde psalmboekjes gaat uit het tijdperk van Geert Grote of om de unieke Van Santenbijbel, aan alles is te zien dat de Bijbel voor mensen de eeuwen door meer was en is dan een gewoon boek.
Conservator Hermine Pool legt uit hoe de Nieuwe Bijbelzaal is ingedeeld. „Langs de wanden is een grote vitrine gemaakt waarin alle boeken liggen. Die ruimte is volledig geklimatiseerd. We hebben de expositie zo opgezet dat zij echt de hele geschiedenis van de Bijbel in beeld brengt. We beginnen met de kleitabletten, de boekrollen die bij Qumran zijn gevonden en gaan dan naar de eerste vertalingen van de Bijbel, zoals de Septuaginta en de Vulgata.”
„Vanaf de veertiende eeuw leren steeds meer burgers lezen en schrijven. Mensen willen de Bijbel in hun eigen taal kunnen lezen. Rond Geert Grote ontstaat een groep van geestelijken en leken die talloze kopieën van bijbelvertalingen vervaardigen om de Bijbel voor een zo groot mogelijke groep mensen toegankelijk te maken”, aldus de conservator.
De uitvinding van de boekdrukkunst en de vervanging van duur perkament door papier, maken het mogelijk de Bijbel op grote schaal te vervaardigen en te verspreiden. Hermine: „Het eerste gedrukte boek in de Nederlanden, in 1477, is een Bijbel in de volkstaal, de zogenaamde Delftse Bijbel. Deze Bijbel bevat alleen het Oude Testament, zonder de Psalmen, maar met de apocriefe boeken.”
Met de inzet van de Reformatie, verandert er ook veel in het bijbelgebruik. Zo blijven rooms-katholieken de Vulgata gebruiken, terwijl de Nederlandse protestanten graag lezen uit de bijbelvertaling van Jacob van Liesvelt. In 1562 verschijnt in Emden de zogenaamde Deux-Aesbijbel, een samenstelling van een herziene vertaling van het Oude Testament van Van Liesvelt en het Nieuwe Testament vertaald door Johannes Dyrkinus.
En dan is er in 1618-1619 de Dordtse synode. Mevrouw Pool laat haar handen rusten op een naar voren stekende vitrine in het midden van de wand. In de vitrine ligt de Statenbijbel. „Een markeringspunt, letterlijk en figuurlijk. Een geweldig werk, zeker in die tijd. Ongelooflijk eigenlijk.” Ze wijst op een plank waarop wat boeken uit de bibliotheek van synodevoorzitter en bijbelvertaler Johannes Bogerman liggen. „Iemand die echt geweldig veel boeken had, heel hard werkte en bijzonder veel betekend heeft in dit vertaalproject.”
In 1637 verschijnt de Statenvertaling. Mevrouw Pool: „Reken maar dat die vertaling voor toen een schok betekende. Men was gewend aan de andere bijbelvertalingen en nu werd ineens deze, voor die tijd moderne, vertaling ingevoerd. Maar toch raakte men eraan gewend en de eeuwen door zijn er miljoenen mensen opgegroeid met dit boek, met de taal van dit boek. Een vertaling waarin je kunt wonen, om het zo maar eens te zeggen. Het stempelt je hele leven. En het is een goede vertaling die heel dicht bij de oorspronkelijke grondtaal staat. Al was dat gelijk ook het moeilijke punt van deze Bijbel, omdat hij niet, zoals bijvoorbeeld de Lutherbijbel, aansloot bij het alledaagse taalgebruik.”
Rechts van de vitrine waarin de Statenbijbel ligt, is een ruimte opengelaten voor de Nieuwe Bijbelvertaling. Om de vitrine waarin de Bijbel moet komen te liggen, hangen foto’s van kerkgebouwen van verschillende kerkelijke denominaties. „Om duidelijk te maken dat een groot aantal kerken aan dit project meewerkt.”
Over wat nu de beste vertaling is van de Bijbel, laat mevrouw Pool, die zelf ook theologie gestudeerd heeft, zich overigens niet uit. „Iedere vertaling heeft nadelen. Daarom zeg ik altijd: Als je de Bijbel echt wilt lezen, leer dan Hebreeuws en Grieks. Dan lees je de Bijbel zoals hij is.”
Wie de vitrines bekeken heeft, die kan op de databank achter een scherm kruipen en daar via een programma vrijwel alles te weten komen over de Statenvertaling en bladeren in de unieke Van Santenbijbel met z’n schitterende prenten. Mevrouw Pool zegt niet te houden van toeters en bellen in een museum, maar over dit digitale programma is ze enthousiast. Ook op de website van het museum kan straks de informatie uit de databank geraadpleegd worden. „Wat die databank betreft, dat hebben we hier dus heel letterlijk genomen omdat er een aantal beeldschermen staan opgesteld met daarachter bankjes. Het hele ICT-project is overigens gesponsord door de Noaber Foundation, een stichting die gelieerd is aan de oprichters van softwarebedrijf Baan. We mogen gerust zeggen dat we erg blij zijn met de manier waarop zij bij dit onderdeel van het project betrokken waren.”
Midden in de zaal is er alle ruimte voor kinderen om op een creatieve manier kennis te maken met de Bijbel. Zo kunnen ze op een blaadje Hebreeuwse en Griekse letters overtrekken. In een grote kast staan allemaal verschillende boeken, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat de Bijbel niet één boek is, maar een hele bibliotheek van boeken. „En als je bijvoorbeeld het boek Esther opendoet, dan zie je een doos met daarin een boekrol met prenten uit haar leven”, legt mevrouw Pool uit.
Ze zegt te hopen dat veel mensen door deze Nieuwe Bijbelzaal meer te weten komen over de Bijbel en er ook in gaan lezen. „Ik merk namelijk dat je als rondleider hier tegenwoordig heel wat meer moet uitleggen dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Er zijn steeds meer mensen die weten dat de Bijbel bestaat, maar er verder niets van weten. Ook mensen uit andere culturen die in ons land zijn komen wonen, kunnen hier veel kennis opdoen. Het christendom heeft ons land toch gestempeld en wat dat betreft zou het kennisnemen van de Bijbel heel goed een onderdeel van een inburgeringcursus kunnen zijn.”