De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent hoger op 24.238,11 punten. De brede S&P 500 ging 0,2 procent omhoog tot 2723,06 punten en technologiebeurs Nasdaq kreeg er 0,4 procent bij tot 7561,63 punten.

GE (plus 7,8 procent) verkoopt een belang van 20 procent in de medische tak en verdeelt de rest onder de eigen aandeelhouders. Dit moet uiterlijk binnen anderhalf jaar worden afgerond. Daarnaast verkoopt GE binnen twee tot drie jaar zijn meerderheidsbelang in oliedienstverlener Baker Hughes (plus 2,1 procent).

Motorfietsenbouwer Harley-Davidson bleef in de belangstelling staan en zakte 0,6 procent. Maandag maakte Harley bekend een deel van de productie naar het buitenland te verplaatsen vanwege de Europese heffingen op onder meer Amerikaanse motorfietsen. President Donald Trump zei later dat het bedrijf met „een witte vlag zwaait”. Ook verklaarde hij dat Harley de handelsvete tussen de VS en de Europese Unie als excuus gebruikt voor het verplaatsen van productie naar het buitenland.

Amerikaanse olie werd 3,5 procent duurder en werd voor 70,46 dollar per vat verkocht. Brentolie ging voor 76,39 dollar per vat van de hand, een stijging van 2,2 procent. De VS wil dat bondgenoten vanaf begin november geen Iraanse olie meer afnemen. Dat Saudi-Arabië de olieproductie komende maand fors wil verhogen nam de onzekerheid bij beleggers niet weg.

Verder zorgden beleggingsadviezen voor wat beweging. Zo verhoogde UBS zijn advies voor chipbedrijf Micron Technology (plus 2,7 procent), terwijl onlinevideodienst Netflix (plus 3,9 procent) een positief advies kreeg van Imperial Capital.

Ook huizenbouwer Lennar (plus 4,9 procent) stond in de schijnwerpers. Die onderneming profiteerde van de sterke Amerikaanse huizenmarkt en presteerde afgelopen kwartaal beter dan verwacht.

De euro was 1,1644 dollar waard tegen 1,1672 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen.