Schaderegeling voor pluimveehouders op haar plaats
Niet alleen de eiersector zelf, maar ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de betrokken ministeries hebben te weinig oog gehad voor de voedselveiligheid tijdens de fipronilaffaire. Dat stelde een commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager maandag in een rapport over het schandaal waarbij de verboden stof fipronil in vele miljoenen eieren terechtkwam.
Bijna 3,6 miljoen dieren werden sinds vorig jaar zomer gedood. Honderden boerderijen met legkippen waren maandenlang geblokkeerd; sommige nog altijd. Wageningen University schat de schade voor de pluimveehouders op zo’n 70 miljoen euro.
De conclusies van het rapport zijn bepaald niet mis. Niet als het gaat om kritiek die er is op de pluimveehouders en hun eigen kwaliteitszorgsystemen, maar evenmin als het gaat om opmerkingen richting de verantwoordelijke autoriteiten. De commissie-Sorgdrager stelt terecht dat boeren zelf in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de voedselveiligheid. De betrokken pluimveehouders waren te goed van vertrouwen richting het bedrijf Chickfriend. Zonder dat de boeren het wisten, werd het verboden fipronil toegepast bij het bestrijden van vogelmijt (”bloedluis”) in hun kippenstallen.
Maar het is zeker niet de pluimveesector zelf die de grootste tikken krijgt van de commissie. Zo had de NVWA al veel eerder moeten communiceren dat bedrijven geen zaken meer moesten doen met Chickfriend. Doordat die waarschuwing te laat werd afgegeven, werd de crisis dieper. Ook hielp de NVWA verwarrende informatie de wereld in. Door het vrijgeven van eiercodes en een ongelukkig optreden in het tv-programma Nieuwsuur werd richting de consument de suggestie gewekt dat het eten van eieren maar beter helemaal achterwege kon worden gelaten.
Overigens moet de kritiek op de NVWA wel wat worden genuanceerd. Door fusies en reorganisaties heeft deze organisatie gewoonweg niet meer genoeg menskracht om de zaken waarvoor ze verantwoordelijk is, goed uit te voeren. Dat is een conclusie die de overheid zich moet aantrekken.
Al met al zijn er meer dan genoeg redenen voor de betrokken ministeries om snel en voortvarend aan de slag te gaan met de uitkomsten van het onderzoek. Het mag niet bij woorden alleen blijven. Achteraf gezien, was de volksgezondheid niet echt in het geding tijdens de fipronilcrisis. Maar als er beleidsmatig niets verandert in het toezicht op ons voedsel, kan het een volgende keer zomaar echt fout gaan.
Tot nu toe is het vooral de pluimveesector die de prijs moet betalen voor de fipronilaffaire, terwijl ook veel anderen steken hebben laten vallen. Dat is onrechtvaardig. De getroffen eierboeren hebben recht op een passende schaderegeling. Die vergoedt zeker niet al het leed van de betrokkenen, maar verzacht dat wel. Een half ei is ook in dit opzicht beter dan een lege dop.