Israëlische familie Goldin krijgt geen gelegenheid om te rouwen
Vier jaar lang wacht de Israëlische familie Goldin al op de teruggave van het lichaam van hun zoon en broer Hadar. Hij werd vier jaar geleden door Hamas ontvoerd en gedood. Moeder Leah: „Wij willen geen politiek statement maken. Wij vragen de wereld slechts aan de juiste kant van de geschiedenis te staan.”
Augustus 2014. Na weken van felle gevechten tussen het Israëlische leger en Hamasstrijders in de Gazastrook wordt onder druk van de Verenigde Naties en de Verenigde Staten een kortdurend humanitair bestand van kracht. Bedoeld om de ergste nood onder de bevolking te lenigen. De wapens zouden een paar dagen zwijgen.
Niets blijkt minder waar. Hamas gebruikt de wapenstilstand om een hinderlaag te leggen. Vier Israëlische soldaten worden ontvoerd. Twee van hen, Hadar Goldin en Oron Shaul, worden direct gedood. Hun lichamen worden via een smokkeltunnel naar Gaza gebracht. Twee andere militairen, Avera Mingestu en Hisham al-Sayed, zitten naar alle waarschijnlijkheid nog levend gevangen, ergens in de Gazastrook.
Tweelingbroer Tzur, commandant van een reddingseenheid, krijgt bevel achter de ontvoerde militairen aan te gaan. Hij waagt zich zelfs in de tunnel, maar zijn actie is tevergeefs.
Vier jaar later is het lichaam van Hadar nog altijd in handen van Hamas. Woensdag deed de familie Goldin haar verhaal op een bijeenkomst in het Europees Parlement in Brussel, georganiseerd door Europarlementariër Bas Belder (CU-SGP). Eerder voerde het Israëlische gezin al een pleidooi bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om meer druk op Hamas uit te oefenen.
Moeder Leah houdt een emotioneel betoog. „Ik ben geen grote leider. Ik ben alleen maar een moeder die het lichaam van haar zoon terug wil hebben om hem te begraven. Waarom is mijn Hadar nog steeds daar?”
Opvallend veel steun
„Kijk eens goed naar je eigen kinderen”, houdt ze de aanwezige volksvertegenwoordigers voor. Die betuigen opvallend veel steun aan het Israëlische gezin, maar ook aan de Joodse staat zelf. Diverse parlementariërs stellen voor de Europese humanitaire hulp aan de Gazastrook afhankelijk te maken van het naleven van de mensenrechten, waaronder het vrijgeven van de lichamen van gesneuvelde soldaten.
„Leven en liefde overstijgen de dood”, besluit Belder de bijeenkomst. „Wij kunnen ons jullie pijn niet voorstellen, het onmenselijke lijden dat jullie je zoon niet kunnen begraven. Tegelijkertijd maakt de liefde ook dat je voort kunt gaan.”
In een rustige ruimte van het Parlement blaast de familie even stoom af. Worden ze niet moe van al die media-aandacht en het lobbyen? Tzur: „Wij voelen elke dag de verantwoordelijkheid om Hadar thuis te brengen. Wij zijn zijn enige stem. Daarom kloppen we op deuren en reizen we de wereld rond. Maar het valt niet mee om elke keer weer je identiteit op straat te gooien.”
Vader Simcha benadrukt dat zijn familie niet uniek is. „In Israël lopen we elke dag veel risico’s. Elk gezin heeft wel iemand onder de wapenen. We moeten ons land verdedigen. Daarbij vallen slachtoffers. Maar die moeten wel terugkomen.”
De Canadese hoogleraar en voormalig minister van Justitie Irwin Cotler heeft zich het lot van de familie Goldin aangetrokken. Hij benadrukt dat het optreden van Hamas aan alle kanten indruist tegen de mensenrechten. „Het onthouden van informatie en de weigering om de overblijfselen aan de familie terug te geven, zijn grove schendingen van de meest fundamentele principes van het internationaal humanitair recht. Voor het behoud van haar eigen integriteit heeft de internationale gemeenschap de verantwoordelijkheid om te zorgen dat Hadar terugkomt bij zijn familie.”