Waan van de dag
Twee moties nam de Tweede Kamer dinsdag aan over de canon van de Nederlandse geschiedenis. De eerste, afkomstig uit D66-hoek, verzoekt de regering „een nieuwe, onafhankelijke commissie in te stellen om de Nederlandse canon tegen het licht te houden.” De tweede, ingediend door het CDA, verzoekt de minister van OCW „zich te onthouden van het benoemen van politieke voorkeuren ten aanzien van de canon van de Nederlandse geschiedenis.”
Die twee Kameruitspraken strijden niet met elkaar. Maar hun ontstaansgeschiedenis verraadt wel spanning binnen de coalitie. Waar D66 en andere progressieve partijen een sterk accent leggen op de noodzaak dat de canon wordt gemoderniseerd, trappen meer conservatieve partijen, zoals het CDA, op de rem. Zij zijn niet tegen een kritisch doordenken van de huidige canon, maar zijn wel vuurbang voor een politiek klimaat waarin die canon voortdurend wordt aangepast aan de mode van het moment en aan de grillen van een toevallige politieke meerderheid.
En terecht. Natuurlijk staat de canon van de geschiedenis van een land niet voor eens en altijd vast. Elke generatie stelt haar eigen vragen aan de geschiedenis. En elke tijd heeft zijn blinde vlekken voor bepaalde aspecten uit de landshistorie. Daarom is een kritische doorlichting om de zoveel tijd gewenst. Maar er zijn wel twee grote gevaren.
De eerste is dat herzieningen elkaar te snel gaan opvolgen. De tweede is dat ze te drastisch zijn en te modegevoelig. Wat minister Van Engelshoven onlangs, in een Kameroverleg, over het herzien van de canon te berde bracht, legt dit gevaar haarscherp bloot. Wat haar betreft moet er in de herziene canon meer ruimte komen voor vrouwen en voor diversiteit.
Met dit soort invalshoeken begeeft de politiek zich op glad ijs. Want ook de meest fervente feministes erkennen dat het nu eenmaal een hard en onweerlegbaar feit is dat vrouwen eeuwenlang in de publieke sfeer minder in de melk te brokkelen hadden dan mannen. Die realiteit verander je niet door de geschiedenis te gaan herschrijven of door in de canon bij wijze van spreken in plaats van zeventien mannen en drie vrouwen straks tien mannen en tien vrouwen op te nemen. Sterker nog, dat zou je reinste geschiedvervalsing zijn.
Daarom mogen we ons gelukkig prijzen dat er in onze Tweede Kamer dinsdag nog zo veel gezond verstand aanwezig was dat de volksvertegenwoordiging een piketpaaltje sloeg en niet alleen uitsprak dat de canon opnieuw tegen het licht gehouden moet worden, maar ook dat de politiek zich niet met de inhoud van canon mag bemoeien. En ook geen kleine voorzetjes mag geven op de discussie over deze canon.
Laat dat maar aan historici over. Zijn die dan geheel objectief en immuun voor de tijdgeest? Nee, maar zij hebben vanuit hun professie gewoonlijk wel een heilig ontzag voor de feiten en een goede antenne voor het herkennen van de waan van de dag.