„Erkenning gameverslaving houdt ook risico in”
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) merkt gameverslaving sinds maandag aan als een officiële verslaving. Niet alle wetenschappers zijn het daarmee eens. „Iemand kan vluchten in spelletjes omdat hij sociaal angstig is. Dan is gamen slechts een gevolg van zijn echte problemen”, zegt Tony van Rooij van het Trimbos-instituut.
Van Rooij is blij met de aandacht voor gameproblematiek. Er zijn immers kinderen die zich soms verliezen in onlinespelletjes. Maar de projectleider gamen, gokken en mediawijsheid van het Trimbos-instituut neemt het woord ”verslaving” niet in de mond. ”Stoornis” kan wel volgens hem. Voor een buitenstaander lijkt dat een verschil in detail, maar voor Van Rooij is het veel meer dan dat. „Gamen is een gedragspatroon. Mensen doen het vaak om iets anders niet te hoeven doen. Dan is het een vlucht. Het gamen is in dat geval niet de oorzaak, maar een gevolg.”
Wereld van verschil
Volgens Van Rooij maakt het een wereld van verschil of je iets een verslaving noemt of niet. „Stel dat de oorzaak van veel gamen ligt in de verhoudingen binnen een gezin. De diagnose verslaving leidt dan de aandacht af van het werkelijke probleem. Een van mijn zorgen is dat de paniek over het gamen er bij ouders dan voor zorgt dat ze geen oog hebben voor de andere kant van de zaak.”
Gedragstest
Van Rooij bagatelliseert overmatig gamegedrag niet. „Dat zou bijzonder zijn in mijn situatie. Ik doe hier al twaalf jaar onderzoek naar. We hebben de website gameninfo.nl opgezet, waarop bezoekers hun gedrag kunnen testen en waarop we informatie geven over risico’s van gamen en hulpvragen. Ik neem dit onderwerp zeer serieus. Alleen moeten we voorzichtig zijn om er te snel een wereldwijde diagnose van te maken.”
Er zijn bovendien veel vormen van gamegedrag. De vraag is of ze allemaal schadelijk zijn. „Er bestaan heel veel educatieve spelletjes. Als mensen acht uur per dag trainen als e-sporter, dan is het gewoon hun beroep. De afbakening van het begrip gamen is nu nog onduidelijk; de verschillen zijn enorm.”
Gamen is ook een vrijetijdsbesteding. „Niet eens een negatieve, wat je van sommige vormen van gokken wel kunt zeggen. Is iemand die veel gamet wezenlijk anders dan iemand die veel met Netflix bezig is? Daarbij heeft een kind het recht om te spelen. In deze tijd gebeurt dat vaak op de computer, zoals wij vroeger vaak op straat waren. We moeten niet overbezorgd raken en te sterk willen ingrijpen op de bewegingsvrijheid van de jeugd.”
Van Rooij schreef met dertig andere academici al eens een open brief naar de WHO om zijn meer voorzichtige standpunt naar voren te brengen, toen duidelijk werd dat de erkenning van gameverslaafdheid eraan zat te komen. Tevergeefs. „Nu wordt het als ziekte neergezet. Maar een ziekte is een fysiologische realiteit, je hebt iets of je hebt het niet. Bij iemand die verslaafd is aan alcohol, is er een aantoonbare verandering in de hersenen waarneembaar. Daar is veel neurologisch onderzoek naar gedaan. Bij gamen zijn we nog lang niet zover.”
Voordelen
Het heeft volgens Van Rooij ook voordelen dat gameverslaving officieel wordt erkend. „Dit maakt het makkelijker om subsidies te krijgen voor verder onderzoek. In de klinische praktijk is het ook handig om een diagnose te hebben: er is aandacht voor het onderwerp en behandelaars hebben een gedeeld referentiepunt. En het kan helpen in gesprekken met verzekeraars.”