Beste vader,

Denkt u weleens na over de mooie, maar ook moeilijke en verantwoordelijke taak die u heeft in het gezin? Wat doet u goed? Wat zou beter kunnen?

Bij de doop heeft u gezworen dat u uw kind(eren) zult opvoeden in de vreze des Heeren. Kunt u voldoen aan deze eed? Wellicht is Vaderdag een goed moment om bij uw taak als vader stil te staan. In deze brief vindt u een paar kleine, Bijbelse en praktische handvatten hiervoor.

Het gezin neemt in de Bijbel een grote plaats in. Dat is –meer dan de kerk en de school– de leer- en leefgemeenschap waarin de Heere door de eeuwen heen steeds wil werken. De vaders moeten hun kinderen al Gods inzettingen en geboden inscherpen en laten doen, opdat het hun wel zal gaan (Deut. 6:2,3). Als uw zoon u vraagt: wat zijn dit voor inzettingen, dan is dat bij uitstek het moment om te wijzen op Gods almacht en wijsheid (vs. 21-25). Dit betekent dat u elk moment in het gezinsleven mag en moet aangrijpen om de aandacht (het hart) van uw kind te richten op God.

Zorg dat er in het gezin duidelijkheid, structuur en rust is. Zorg voor duidelijke regels, maar leg ook steeds uit dat zonden in de weg staan om de Heere te dienen en dat gehoorzaamheid nodig is omdat God dit vraagt. Belijd elkaar de misdaden en bid voor elkaar (Jak. 5:6). Geef hierin zelf het goede voorbeeld door vergeving te vragen als u gefrustreerd of boos bent. Probeer uw kind bij de keuzes die het maakt steeds deze spiegel voor te houden: past dit bij een leven tot Gods eer? Want „de vreze des Heeren is te haten het kwade” (Spr. 8:13). Het zijn voorbeelden waardoor u kunt laten merken hoe goed en hoe belangrijk het is om de Heere te dienen.

Opvoeder

Toch doen we u tekort als alleen de opvoeding benoemd wordt. U bent de opvoeder. In Efeze 6:4 staat: „Gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren.” Uw taak begint met zelfonderzoek. Als we onze kinderen willen leren om God te dienen, moeten we allereerst zelf in de spiegel kijken. Jezus zegt: „Ik wil barmhartigheid, en niet offerande” (Matth. 9:13). De kanttekening geeft hierbij aan dat God „meer welgevallen heeft (…) aan de vlijt om iemand te bekeren” dan aan uiterlijke godsdienst. Dit vraagt om wijsheid: „Wie is wijs en verstandig onder u? Die bewijze uit zijn goeden wandel zijn werken in zachtmoedigheid” (Jak. 3:13).

Wijsheid die gestempeld is door de genade van God, wordt zichtbaar in het gezin. In Jakobus 3 worden wijsheid en dwaasheid tegenover elkaar gezet. Dwaasheid is het om te denken wel een christen te zijn, terwijl dit voor het dagelijks leven geen consequenties heeft. Vraag uzelf daarom biddend af of uw wandel wel in de hemelen is.

God eist volmaakte gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Die gehoorzaamheid is niet het volgen van allerlei wetten en regels, maar een volkomen overgave van uzelf. Heeft u die worsteling vanbinnen al weleens gevoeld: „Als ik het goede wil doen, dan ligt het kwade bij mij”? Strijd om in te gaan! Het is geen makkelijke weg om tot de zaligheid te komen. Het is een weg die alles kost, omdat God volkomen gehoorzaamheid eist. Abraham moest er een zoon voor verliezen, Mozes zijn carrière en Petrus zijn trots. Doorzoek dan steeds Gods Woord; dat staat helemaal vol van aansporingen om u te bemoedigen en te waarschuwen. De weg naar de hemel is nog open.

Goede gaven

Beste vader, u kunt uzelf en uw gezin niet zelf tot gehoorzaamheid brengen. Gehoorzaamheid is horen én doen. God wil de middelen gebruiken. Als u in gehoorzaamheid aan Gods Woord uw taak als vader waarneemt, zal God daarmee doen wat Hem behaagt.

Ik hoop dat u voelt dat deze taak te zwaar voor u is. Zoek God daarom veel in het gebed, want „indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden” (Matth. 7:11)! Ik wens u een gezegende Vaderdag.

De auteur is onderwijsadviseur en schrijft deze brief op persoonlijke titel.