Raad Leeuwarden wil af van Eringa
Nynke Eringa, de buitengewoon trouwambtenaar van de gemeente Leeuwarden die weigert homostellen te trouwen, moet weg. Anders dan het college van Leeuwarden voorstaat, wijst de raad van die gemeente een herbenoeming van Eringa, met ingang van 1 januari 2005, af.
Een ingediende motie van die strekking werd gisteravond tijdens een raadsvergadering door een nipte meerderheid van 19 van de 37 raadsleden gesteund.
In de motie werd het college opgedragen expliciet aan de orde te stellen „of een trouwambtenaar alle huwelijken of partnerschappen waartoe de wet de mogelijkheid biedt, wil sluiten en registreren” alvorens ze per 1 januari 2005 opnieuw te benoemen.
De motie werd ingediend en gesteund door de collegepartijen PvdA en Progressieve Actie Leeuwarden/Groen Links (PAL/GL) en door de oppositiepartijen SP en D66. Raadslid S. Posthumus van de Fryske Nasjonale Partij (FNP) hielp de motie aan een beslissende meerderheid. Zijn steun voor de motie was opvallend. In 2001 schaarde de FNP zich nog achter een motie van de ChristenUnie, waarin de raad van Leeuwarden ertoe werd opgeroepen de gewetensbezwaren van Eringa te respecteren.
Maandagavond diende de ChristenUnie, samen met de Lokale Leeuwarder Partij (LLP), net als in 2001 een motie in. Daarin deden de partijen een appèl op het college om „bij de benoeming van trouwambtenaren de uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) van 15 maart 2002 te respecteren en derhalve ruimte te laten aan sollicitanten die door het CGB erkende gewetensbezwaren hebben.” Deze motie werd behalve door de ChristenUnie en de LLP slechts gesteund door het CDA, met uitzondering van CDA-raadslid T. Koster.
Door de uitspraak van de CGB opnieuw voor het voetlicht te halen, poogde raadslid A. Stoker van de ChristenUnie zijn mederaadsleden ervan te doordringen dat nieuwe juridische procedures onvermijdelijk zijn als het college van Leeuwarden het standpunt van de raad overneemt. Of het college dat zal doen, is nog onduidelijk. Verantwoordelijk wethouder G. Krol (CDA) liet maandagavond desgevraagd weten het gemeenteraadsbesluit „niet verrassend” te vinden en met het college te zullen overleggen.
Aan de redenering van Stoker had de raad van Leeuwarden maandagavond geen boodschap. „Juridisch niet bindend”, oordeelde raadslid J. A. Nicolai (PAL/GL) over het standpunt van de CGB. De CGB bepaalde naar aanleiding van het eerdere ontslag van Eringa in 2001 dat het niet objectief gerechtvaardigd is om trouwambtenaren te laten verklaren dat ze alle huwelijken willen voltrekken. „Een indirect onderscheid op grond van godsdienst”, aldus de commissie op 15 maart 2002.
Ook de rechtbank van Leeuwarden besloot in juni 2003 dat het eerdere ontslag van Eringa moest worden teruggedraaid. Maar naar het oordeel van de raadsleden kwam de rechtbank destijds vooral tot dat standpunt vanwege de door de gemeente gemaakte procedurefouten. „Van een principe-uitspraak is geen sprake”, aldus fractievoorzitter A. Dikken van de PvdA.
Een woordvoerster van de CGB bevestigt dat het standpunt van de raad haaks staat op de commissie-uitspraak van 2002.