„Geen diaconale beroepskrachten in PKN”
Moeten er meer diaconale beroepskrachten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) komen? Synodescriba dr. R. de Reuver ziet dat niet snel gebeuren.
In Amsterdam vond maandag een afscheidssymposium voor prof. dr. Herman Noordegraaf plaats. Hij was tot maart dit jaar bijzonder hoogleraar diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).
Prof. Noordegraaf pleitte voor meer diaconale beroepskrachten in de kerk. Dat zouden predikanten of kerkelijk werkers kunnen zijn die zich gespecialiseerd hebben in het diaconaat. Zij kunnen in een diaconaal centrum een (groot) aantal vrijwilligers aansturen, niet alleen voor taken binnen de kerk maar ook voor andere activiteiten. De financiering kan plaatsvinden door het aanspreken van diaconale vermogens, het samenwerken met burgerlijke gemeenten en door meer interkerkelijke samenwerking. In de grote steden wordt volgens hem al op die manier gewerkt.
Koudwatervrees
Prof. Noordegraaf werd op zijn wenken bediend door Ineke Bakker, directeur van STEK, een diaconale organisatie in Den Haag. „De kerk mag krimpen maar Gods aanwezigheid onder de mensen niet.”
STEK werkt met 45 vaste medewerkers en ongeveer 1000 vrijwilligers. Bij die laatsten horen ook moslims en niet-christenen. „De koudwatervrees voor kerken in Den Haag is voorbij”, zei Bakker. „STEK heeft een goede relatie met de gemeente en met welzijnsorganisaties. Ongeveer 40 procent van ons geld komt van de gemeente Den Haag en van fondsen.”
Dr. De Reuver noemde in een reactie het diaconaat van grote betekenis. Dat blijkt onder meer uit het vele geld dat ernaartoe gaat. Hij wees erop dat nieuwe missionaire projecten allemaal een diaconale poot hebben, en dat er in de Protestantse Kerk niet is bezuinigd op gemeenteadviseurs op diaconaal vlak.
Meer diaconale beroepskrachten gaat hem echter een stap te ver. „Diaconaat is een taak van ons allemaal. Het hoort bij het gemeente-zijn.”
In een afsluitende reactie zei prof. Noordegraaf dat het diaconaal werk voor de toekomst geborgd moet zijn. Daarom moet er meer beleid worden gemaakt en dient de beschikbare kennis beter gedeeld te worden.
Prof. dr. Erik Borgman, hoogleraar theologie aan Tilburg University, voerde een pleidooi voor participatie. „Participatie is geen keuze maar een feit. De Wet maatschappelijke ondersteuning gaat ervan uit dat sommige mensen een gebrek hebben dat aangevuld moet worden. Wat een gebrek genoemd wordt, zou weleens positief kunnen zijn. Als mensen burn-out raken, kan het een boodschap zijn dat de maatschappij ons kapot maakt.”
Hij hekelde de overheid. „De verzorgingsstaat heeft last van mensen die niet meekunnen en wil hen daarom zo veel mogelijk laten meedoen. De gemeenten helpen vluchtelingen om de sociale rust te bewaren. De diaconie neemt dat perspectief niet over. De diaconie laat zien dat buitenstaanders en mensen in de marge erbij horen.”
Iets vergelijkbaars zei Paula Irik, schrijfster van het boek ”Sprekende handen”, over mensen met dementie.