De strijd
Wanneer een christen goed gesteld is, zal hij zijn zinnen zetten op de dingen die boven zijn. Hij zoekt zijn wandel in de hemel te hebben. Het verdriet hem wanneer zijn zinnen naar beneden worden getrokken, naar de aarde. Zijn leven is de Heere aan te kleven, maar het is zijn dood wanneer de hals van zijn ziel naar beneden wordt gebogen, onder het juk van de wereld.Soms worden Gods kinderen naar de aarde gedrukt door vleselijke gedachten. Soms heft de Geest hen op met hemelse gedachten. Dat alles komt door de strijd tussen die twee onverzoenlijke partijen: de oude en de nieuwe mens, natuur en genade. In de christenmens zal soms de kracht van de natuur en op een andere tijd de kracht van de genade de overhand hebben.
Maar geliefden, deze troost hebben wij dat ten laatste de genade overwinnen zal en de kracht van de verdorven natuur gevangen zal worden onder de gehoorzaamheid van Christus. David was in deze psalm zeer verdrukt en dood in zichzelf. Hij bidt nu of de Heere hem weer levendig wil maken en opwekken. Want hij wist dat niet alleen het begin, maar ook de voortzetting van de Heere moet komen. Zo zien we dat Gods kinderen wakker gemaakt worden door hun armoede en opgewekt worden door hun vallen.
Wilhelmus Couper, pred. te Perth (Schotland) (Al de werken, 1623)