Flevoland is akkoord met komst Zuiderzeelijn
Een grote meerderheid in de Staten van Flevoland stemt in met de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn. Dat bleek maandagavond tijdens de gezamenlijke vergadering van de commissies bestuur en werk.
Flevoland kiest alleen voor de magneetzweefbaanvariant en is bereid daarin 23,2 miljoen euro te steken. Voor de hogesnelheidslijn heeft Flevoland geen regionaal geld over. Alleen de fracties van GroenLinks en de Socialistische Partij verklaarden zich tegenstander van beide varianten.
Maandagavond bespraken in een gezamenlijke vergadering de commissies bestuur en werk van Flevoland de samenwerkingsovereenkomst Zuiderzeelijn. Deze overeenkomst gaat ervan uit dat het rijk 2,3 miljard euro bijdraagt in de aanleg van de Zuiderzeelijn en de regionale overheden 745 miljoen euro. Van dit laatste bedrag komt 100 miljoen uit Flevoland en de rest uit de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. De Staten van Friesland zijn overigens vorige week (nog) niet akkoord gegaan met hun bijdrage van 270 miljoen aan de Zuiderzeelijn.
Hoewel binnen zijn fractie verschillend over de magneetzweefbaan wordt gedacht, liet PvdA-woordvoerder C. J. M. Goossens weten dat „gekozen wordt voor bestuurlijke continuïteit. De voorliggende conceptovereenkomst ligt in de lijn van eerder genomen besluiten.”
Goossens behield zich echter het recht voor om in een later stadium nog af te haken. Deze lijn werd ook gekozen door de fractie van de ChristenUnie. R. Siepel verklaarde steeds terughoudend te zijn geweest ten aanzien van de magneetzweefbaan.
Voor J. N. de la Mar (GL) is de magneetzweefbaan een spoor te ver. Hij trok vergelijkingen met de Betuwelijn en sprak de verwachting uit „dat de Zuiderzeelijn een grote financiële strop gaat opleveren.”
De magneetzweefbaan was voor P. H. Walraven (SP) ook niet bespreekbaar. „Een intercity mogelijk wel.”
M. Bogerd (SGP) wees erop dat „deze overeenkomst een gevolg is van eerdere besluitvorming.” Zijn fractie gaat akkoord met de overeenkomst, „mits de magneetzweeftrein ook in Lelystad en Emmeloord stopt.” In een intercity wil de SGP geen regionaal geld steken. „We zien de aanleg van zo’n spoorlijn als een rijkstaak.”
C. Maenhout (VVD) sloot zich daarbij aan. „Het Rijk moet de aanleg van een normale spoorlijn zelf betalen. Alleen wanneer de magneetzweefbaan er komt, zijn we bereid daarin regionaal geld te steken.”
CDA-woordvoerder A. H. R. Leijten waardeerde het dat de positie van Almere helder is verwoord in de bestuursovereenkomst. Ook de optie van de IJmeerverbinding noemde hij een plus. „Mogen we er nu op rekenen dat ook Noord-Holland gaat bijdragen in de Zuiderzeelijn?” vroeg hij.
Gedeputeerde W. G. de Raad antwoordde dat de onderhandelingen met de provincie Noord-Holland nog gaande zijn voor een bijdrage van 33,6 miljoen euro. „Van belang is dat de regionale overheden nu overeenstemming bereiken over de regionale bijdrage. De minister heeft verklaard achter de rijksbijdrage te staan. Wanneer de regio’s akkoord zijn, kan een programma van eisen worden opgesteld en een prijs worden gevraagd bij consortia. De bijdragen van Rijk en provincies zijn maximale bedragen. Bovendien worden risico’s uitgesloten. Alle risico’s komen bij het bedrijfsleven te liggen.”
De gedeputeerde zei er goede nota van genomen te hebben „dat Flevoland alleen gaat voor de magneetzweefbaan. De hogesnelheidslijn vervalt dan ook voor Flevoland als optie. De minister onderzoekt voor eigen rekening nog twee andere varianten, de intercitylijn en de Hanzelijn-plus. Wij hebben laten weten daarin geen geld te willen en te zullen steken.”