Turks-Nederlandse politici zitten tussen twee vuren
Voor Turks-Nederlandse raadsleden is het spannend. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft de verkiezingen met anderhalf jaar vervroegd naar 24 juni. Een kritisch woord over Erdogan kan leiden tot intimidaties of bedreigingen. Terwijl een steunbetuiging aan de Turkse president leidt tot twijfels over loyaliteit. „Mijn vader zei: Lieverd, ik wil niet dat jou iets overkomt.”
Sibel Özogul-Özen neemt niet gauw een blad voor de mond. Özogul-Özen is raadslid voor de SP in Haarlem. In haar spaarzame vrije tijd ventileert ze op sociale media graag haar mening over politieke ontwikkelingen in Nederland en Turkije. Totdat haar vader Özogul-Özen bezorgd attendeert op de ‘kliklijn’, een speciaal meldpunt, ingesteld door de Turkse overheid, waarop personen met kritiek op Erdogan of Turkije aangegeven kunnen worden. „Ik ben voorzichtiger geworden.”
Intimidaties
Dat voorzichtigheid geboden is en de kliklijn bestaat, bleek twee jaar geleden toen columniste Ebru Umar tijdens een vakantie in Turkije werd opgepakt en dagenlang vastgehouden omdat zij zich op Twitter negatief had uitgelaten over Erdogan. Toen Özogul-Özen vorig jaar op vakantie was in Turkije voelde ze zich geen moment gerust. „Verschillende mensen hadden laten weten me aan te geven bij de kliklijn nadat ik kritisch was geweest op Erdogan. Toen we bij de douane stonden, was ik erg bang om te worden meegenomen.”
Ook Zülfikar Güler, gewezen raadslid voor D66 in Schiedam, krijgt in zijn omgeving te maken met intimidatie. Een bevriend Turks-Nederlands raadslid moet zijn werkzaamheden als raadslid zes maanden stilleggen vanwege bedreigingen. Zelf heeft Güler het gevoel continu tussen twee kampen te laveren. „Ik ben loyaal aan zowel mijn moederland Nederland als mijn vaderland Turkije, maar het is moeilijk om stelling te nemen. Toen Erdogan door het referendum de absolute macht naar zich toetrok, bedacht ik me heel goed voordat ik er wat over zei. Binnen de kortste keren word je gestigmatiseerd. Met name door kiezers van de AK-partij en door jongelui.”
Loyaliteit
Het woord loyaal is gevallen. Discussies over politici met een dubbele nationaliteit gaan eigenlijk altijd over de loyaliteit van zo’n bewindspersoon. Kan bijvoorbeeld een politicus in Nederland met zowel een Turks als een Nederlands paspoort volledig loyaal zijn aan Nederland? Volgens Kursat Bal, lijsttrekker voor DENK/Verenigd Arnhem kan dat wel. „Ik beschouw mezelf als 100 procent onderdeel van de Nederlandse samenleving. Daarnaast voel ik verbondenheid met de Turkse samenleving, dat zie ik als een verrijking. Mijn verbondenheid aan Turkije verandert niets aan mijn loyaliteit voor Nederland. Als ik ziek ben, ga ik hier naar een ziekenhuis, ik ga hier naar school en mijn kinderen ook en ik betaal mijn belasting hier.”
Het vraagstuk van dubbele loyaliteit wordt lastiger wanneer een Turks-Nederlands raadslid gebruikmaakt van zowel zijn Turkse als zijn Nederlandse stemrecht. Toen Ilhan Tekir, voormalig GroenLinksraadslid in Gorinchem, aangaf op Erdogan te hebben gestemd, werd hij door de GroenLinksafdeling geroyeerd omdat een stem op Erdogan „onverenigbaar” zou zijn met het partijlidmaatschap van GroenLinks.
Bal stemde bewust niet tijdens de laatste algemene verkiezingen in Turkije. Al was het maar om de lieve vrede in de familie te bewaren. „Mijn vader is links in Turkije, mijn broer is conservatief, mijn zwager is nationalistisch. Als ik een keuze maak, zal dat bij de één wenkbrauwen doen fronsen en bij de ander waardering opleveren. Maar ik heb vooral niet gestemd omdat mijn prioriteit hier in Nederland ligt.”
Özogul-Özen vindt het überhaupt onbegrijpelijk dat Turks-Nederlandse politici gebruikmaken van hun stemrecht in Turkije. „Als het goed is, zou alle aandacht van een politicus naar Nederland moeten uitgaan. Daarnaast vind ik dat ik het recht niet heb om vanuit een vrij Nederland iets te bepalen over het lot van mensen in Turkije.”
Bovendien ontwaart de politica hypocrisie in het stemgedrag. „Veel Turkse Nederlanders stemmen in Turkije rechts en in Nederland links. Ooit sprak ik met de voorzitter van de Grijze Wolven, die zijn uiterst rechts. Ik vroeg hem: Waarom stem jij op mij? Toen zei hij: „In Turkije ben ik rechts maar in Nederland komt links het beste voor mij op.” Hypocriet.”
Onderzoek
Uit een rondgang van het Reformatorisch Dagblad langs 42 Turks-Nederlandse raadsleden blijkt dat vier van hen tijdens de laatste algemene Turkse verkiezingen op de AK-partij stemden. Bovendien vindt bijna de helft van de geënquêteerden dat een stem op Erdogan samen moet kunnen gaan met politieke werkzaamheden in Nederland.
Politicoloog Floris Vermeulen deed onderzoek naar het stemgedrag van Turkse Nederlanders. Volgens hem is een stem op Erdogan niet neutraal. „Als politicus sta je er niet alleen voor jezelf, maar ook namens een partij. Zeker gezien de recente ontwikkelingen in Turkije is een stem op Erdogan een heel duidelijk statement. Ik zeg niet dat het per definitie niet samen kan gaan met het raadslidmaatschap in Nederland, maar ik begrijp wel dat partijen daar onderscheid in maken.”
Volgens de Arnhemse fractievoorzitter van DENK/Verenigd Arnhem, Bal, gaat een stem op Erdogan prima samen met politiek bedrijven voor een Nederlandse partij. „Erdogan is een democratisch gekozen leider, daar heb ik respect voor.” Bovendien wordt Erdogan in de media onterecht afgeschilderd als een ondemocratische leider, meent de fractievoorzitter. „De media kennen onvoldoende de context in Turkije. Erdogan wordt langs de Nederlandse meetlat gelegd.”
Sterke leider
Erdogan is, zo meent Bal, het product van een masculiene Turkse samenleving waarin de verschillende stromingen en krachtenvelden continu voor gevaar en spanning zorgen. „In Turkije heeft het geen nut om te polderen. Als je middenwegen probeert te zoeken, ben je binnen de kortste keren uitgerangeerd. Na de coup is Turkije een getraumatiseerde samenleving die een sterke leider nodig heeft. Dat is Erdogan.”
Vermeulen is het eens met de stelling dat er in Nederland vaak wordt voorbijgegaan aan de redenen voor de populariteit van Erdogan onder Turkse Nederlanders. „Veel Turkse gastarbeidersgezinnen die zich hier in de jaren zestig en zeventig vestigden, zijn conservatief-religieus en komen van het Turkse platteland. Dat is het gedeelte van Turkije waar Erdogan enorm veel betekend heeft. Deze specifieke groep heeft op sociaaleconomisch en sociaalreligieus gebied een enorme emancipatie doorgemaakt.”
Dat de populariteit van Erdogan niet ophoudt bij de Turkse landsgrenzen, is een gegeven. Dat zijn arm zich niet beperkt tot Turkije maar zich tot ver in Europa uitstrekt evenzeer. Tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Sarajevo riep de president Europese Turken ertoe op om actief deel te nemen aan maatschappij en politiek in hun land. „Jullie moeten in die parlementen zitten, niet die verraderlijke mensen.”
Aan die oproep gaven Tunuhan Kuzu en Selcuk Öztürk drie jaar geleden al gehoor door zich af te scheiden van de PvdA en de partij DENK op te richten. Vanaf het begin wordt de partij met wantrouwen bekeken als het gaat om Turkse invloeden. De partij wordt door critici niet zelden aangeduid als ”Erdoganfiliaal” of ”Turkenpartij”. Volgens Bal ongegrond. „Het is zeker niet de bedoeling van DENK om te fungeren als lange arm van Erdogan. Volgens mij is de lange arm van Erdogan een verzinsel. Net zoals Nederland in de rest van de wereld aanwezig is, is Turkije dat ook in Nederland.”
Spanningen
Özogul-Özen kent geen twijfel: de lange arm van Erdogan bestaat en zorgt voor veel spanningen. „Ik heb de lange arm van Erdogan gezien in Haarlem. Ik weet dat bepaalde mensen beschermd worden, instructies krijgen en dat Turkse organisaties voor ze opkomen in Nederland. Meer kan ik er niet over zeggen, dan maak ik onnodig mensen ongerust.”
Hoe het ook zij, veel Turks-Nederlandse raadsleden bedenken zich twee keer voordat ze zich uitlaten over gevoelige onderwerpen zoals de AK-partij, Erdogan of de Armeense genocide. Een negatieve uitlating wordt niet gewaardeerd door trotse nationalistische Turkse Nederlanders. Regelmatig levert het tirades, intimidaties of bedreigingen op. Anderzijds kan een steunbetuiging aan de AK-partij of Erdogan leiden tot ernstig wantrouwen over loyaliteit of zelfs tot het geroyeerd worden uit een partij, zoals Ilhan Tekir overkwam.
Uit de enquête onder Turks-Nederlandse raadsleden blijkt dat ruim 30 procent zich niet geheel vrij voelt als het gaat om meningsuiting. Zorgelijk, meent Vermeulen. „Het geeft heel duidelijk aan dat het debat over dubbele nationaliteit van beide kanten zo gepolariseerd is dat een redelijke discussie niet meer mogelijk is.”
Ook Özogul-Özen spreekt van een zorgelijke tendens. Hoewel ze beter op haar woorden let, laat ze zich de mond niet snoeren. „Het is niet mijn sterkste kant om mijn mond te houden over ontwikkelingen. Maar ik ben wel voorzichtiger geworden. Voor mijn ouders en mijn kinderen.”
Rondgang langs Turks-Nederlandse politici
Van de ongeveer 150 Turks-Nederlandse raadsleden die actief zijn in Nederland vulden 42 raadsleden de enquête in.
Van deze raadsleden stemde 32 procent tijdens de laatste algemene verkiezingen in Turkije in 2015. Dat zijn tien personen.
Van de tien raadsleden die stemden, deden vier dat op de AK-partij van Erdogan.
Van de raadsleden voelt 31 procent zich niet vrij in zijn of haar meningsuiting.
Ruim 45 procent van de raadsleden vindt dat een stem op Erdogan samen kan gaan met politieke werkzaamheden in Nederland.