Geen hulphonden mee naar Invictus Games
De delegatie van (oud-)militairen die namens Nederland afreist naar Australië voor de Invictus Games 2018 neemt dit jaar geen hulphonden mee. Vanwege de lange vlucht en de strenge quarantaine-eisen van de Australische autoriteiten is daarvan afgezien. „Onze staf, fysiotherapeut en psycholoog kunnen de sporters ter plekke voldoende ondersteunen”, zegt chef d’equipe majoor Nils Berghout.
Defensie presenteerde het team zaterdag in Doorn. Aan het internationale sportevenement doen militairen en veteranen mee die tijdens een militaire missie gewond zijn geraakt, en desondanks op hoog niveau blijven sporten. De Invictus Games worden sinds 2014 georganiseerd, op initiatief van de Britse prins Harry. Hij bedacht het evenement om (voormalige) militairen te ondersteunen in hun herstel na zwaar trauma, waaronder lichamelijk letsel of posttraumatische stressstoornissen (PTSS).
Binnen het Invictus-programma kunnen (oud)militairen het hele jaar door aan revalidatiesport doen. Daaruit wordt een selectie van sporters gemaakt die meedoen aan het internationale evenement. Bij de selectie van de Nederlandse ploeg staan de persoonlijke doelen van de sporters centraal, en niet het streven naar een medaille. Zo kiest de veertigjarige Annelies Homma, die fanatiek aan hardlopen doet, tijdens de Invictus Games voor boogschieten. Homma liep PTSS op na missies in Afghanistan en Bosnië. „Boogschieten daagt me uit stil te staan, in plaats van te rennen”, zegt ze.
Tijdens de Games komen de Nederlanders in verschillende disciplines uit, zoals powerliften, rolstoelbasketbal en zwemmen. Een aantal deelnemers doet in meerdere takken van sport mee.
De spelen vinden dit jaar plaats in Sydney, van 21 tot 27 oktober. Familie en vrienden reizen met de sporters mee om hen te ondersteunen. „De betrokkenheid van de naasten is een belangrijk onderdeel binnen Invictus, want zij zijn ook lotgenoten, die behoeften hebben om ervaringen met elkaar te delen”, legt Berghout uit.
In mei werd bekend dat de Invictus Games in 2020 in Den Haag en deels in Rotterdam zijn. Berghout: „Dat vinden wij natuurlijk fantastisch nieuws, want het is een mooie erkenning voor de militairen en wat zij doorstaan hebben.”