EU-landen bepalen zelf of ze een homohuwelijk toestaan, maar mogen een homoseksuele huwelijkspartner van buiten de EU geen permanent verblijfsrecht weigeren als het huwelijk in een EU-lidstaat werd gesloten, aldus het hof. Het vrije verkeer van personen is doorslaggevend. Het begrip echtgenoot is in het Europese recht „geslachtsneutraal.”

Het hof deed uitspraak in een zaak waarbij de Roemeense autoriteiten de Amerikaanse echtgenoot van een Roemeense man, Adrian Coman, een verblijfsvergunning hadden geweigerd. Roemenië erkent homohuwelijken niet.

Het stel had eerst samengewoond in de Verenigde Staten en trouwde in 2010 in Brussel, waar Coman toentertijd werkte voor de Europese Unie. Toen zijn contract daar eindigde, wilde hij met zijn partner terug naar zijn geboorteland. Na de weigering spande het stel een zaak aan wegens discriminatie die uiteindelijk terechtkwam bij het Roemeense grondwettelijk hof. Dat legde de zaak voor aan het EU-hof.

Coman reageerde dinsdag opgelucht op de uitspraak van dat hof. „We kunnen iedere overheidsbeambte in Roemenië en in heel de EU nu recht in de ogen kijken met de zekerheid dat onze relatie van dezelfde waarde en even geldig is”, reageerde hij. „De menselijke waardigheid wint vandaag.”

Coman en zijn partner woonden de laatste jaren in de Verenigde Staten in afwachting van het besluit van het hof.

Het homohuwelijk of een vorm van geregistreerd partnerschap is in de meeste EU-landen toegestaan. Officiële verbindingen tussen partners van hetzelfde geslacht zijn niet mogelijk in Bulgarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije.