Kerk & religie

De complexiteit van een kerkelijk zorgcomplex

De toekomst van de identiteitsgebonden zorg is in beweging. Op informatiebijeenkomsten over bejaardenwoningen naast de kerk loopt het storm. Het aantal ouderen neemt immers toe.

René Heij en Jan van ’t Hul
4 June 2018 20:39Gewijzigd op 16 November 2020 13:27
J. van de Bruinhorst (l.) en H. van Ee. beeld RD, Anton Dommerholt
J. van de Bruinhorst (l.) en H. van Ee. beeld RD, Anton Dommerholt

Het bouwen van een zorgcomplex is minder complex dan het verlenen van zorg. Teunis Stoop (50), bestuurder van Cedrah, een reformatorische organisatie die wonen, zorg en diensten biedt aan ouderen, gaat graag het gesprek aan met lokale initiatiefnemers. „Professionele hulp is nodig nu mensen vanwege de vergrijzing steeds vaker een beroep doen op zware zorg.”

De gevolgen van de transities in de Nederlandse zorgsector gaan ook reformatorische zorgverleners niet voorbij. De toegenomen vraag naar zware zorg stelt Cedrah voor grote uitdagingen. „We hadden verschillende vragen. Hoe komen we aan voldoende, goed geschoold en betrokken personeel om de zorgvraag in te kunnen vullen? En hoe ontwikkelen we ons vastgoed zo dat we tegemoet kunnen komen aan de wensen van een groeiende groep ouderen?” legt Stoop uit.

De eerste serviceflats voor ouderen „in de eigen vertrouwde sfeer” werden eind jaren zestig gebouwd in Rotterdam. „Bij de opening haalde toenmalig wethouder Worst al aan hoe uniek zo’n serviceflat voor die tijd was”, vertelt Stoop. Inmiddels heeft Cedrah zeven woon-zorgcentra en drie serviceflats onder zijn hoede; zes in Zuid-Holland en vier in Zeeland.

Belangstelling

Anders dan vroeger komen er tegenwoordig meer lokale initiatieven voor identiteitsgebonden woon-zorgcomplexen van de grond. Stoop signaleert dat de belangstelling voor informatieavonden groot is. „Onlangs kwamen in Yerseke meer dan honderd mensen af op een avond waar plannen gepresenteerd werden voor circa dertig appartementen. Ook op andere plaatsen is de belangstelling groot.” Bovendien heeft Stoop de indruk dat veel ouderen zich tijdig oriënteren op de mogelijkheden en kiezen voor een beschutte woonomgeving in eigen sfeer met zorg onder handbereik.

„Ouderen willen zich ervan verzekeren dat ze zorg krijgen die bij hen past. Door geclusterd te wonen, wordt dat gewaarborgd. Wij helpen mensen om een verklaring op te stellen waarin staat dat zij op hun oude dag bij ons komen wonen. Er zijn situaties bekend waarin kinderen hun ouders omwille van de afstand naar een niet-identiteitsgebonden instelling laten verhuizen. Zulke mensen lopen het risico dagelijks geconfronteerd te worden met activiteiten die zij als on-Bijbels ervaren.”

Bij het ontstaan van lokale initiatieven rijst de vraag of mensen minder dan vroeger bereid zijn om te verhuizen naar een woongemeenschap die aansluit bij de eigen identiteit. „Mensen trokken uit alle hoeken van het land naar Nebo in Zwijndrecht, Elim in Barneveld of Winterdijk in Gouda.”

Om diverse redenen zetten mensen die stap tegenwoordig minder snel. Er spelen diverse factoren een rol. Stoop: „Zo heeft een cliënt tegenwoordig een forse indicatie nodig om toegang te krijgen tot een zorgvoorziening.”

Maar ook de nabijheid van kinderen die mantelzorg verlenen en de gebondenheid aan de eigen leefomgeving zijn van belang. „Neem een dorp als Nieuwerkerk in Zeeland. De mensen die daar wonen, kijken eerst naar het dorp, daarna naar het eiland Schouwen-Duiveland, en pas in de derde plaats naar de rest van Zeeland. Onze locatie Hebron heeft een grote plaats in het dorp en de kerkelijke achterban van het eiland.”

Kerken

Cedrah werkt nauw samen met lokale kerken. „Dat betekent niet dat er kerkelijk geld in hout en steen gaat zitten. Dat is niet de bedoeling. De vastgoedopgave is voor onze rekening of die van beleggers.”

Kerken leveren wel hun bijdrage aan onder meer vriendenstichtingen die geld inzamelen voor voorzieningen die buiten het zorgpakket vallen. „Ze schenken dan bijvoorbeeld Bijbels voor de ontmoetingsruimte of een duofiets om de bewegingsruimte te vergroten.”

Daarnaast zijn ambtsdragers betrokken op de verschillende locaties. Ouderlingen of predikanten verzorgen weeksluitingen en dragen zorg voor pastorale begeleiding, in goede afstemming met de pastoraal werkers die Cedrah in dienst heeft. „Dergelijke manieren van samenwerking laten zien dat woon-zorglocatie ingebed zijn in de lokale gemeenschap.”

Het werkgebied van Cedrah beslaat vooral het westen van Nederland. Stoop heeft echter ook contacten met initiatiefnemers buiten Zuid-Holland en Zeeland. „Ik vind het mooi als deze initiatieven op plaatselijk niveau spelen. Bijvoorbeeld als een kerkelijke gemeente in de omgeving van het kerkgebouw een woonvoorziening gaat bouwen. Tegelijkertijd wil ik in zo’n geval benadrukken: onderschat niet wat je als organisatie moet kunnen aanbieden. Een gebouw van hout en steen neerzetten, is vaak geen enkel probleem, en het bijeenbrengen van middelen is ook relatief eenvoudig. Maar het verlenen van zorg en het inspelen op de zorgbehoefte is uiterst complex. Het is ten zeerste aan te bevelen om een professionele organisatie in te schakelen, die daarover mee kan denken.”

Ruimte gemaakt in Kootwijkerbroek

Strak en vierkant staat Huize Rehoboth aan de Kosterijweg in Kootwijkerbroek. Het appartementengebouw, drie woonlagen hoog, is door middel van een binnendoorgang verbonden aan het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente. Volgende maand komen de eerste bewoners.

Bouwvakkers en hoveniers werken nog hard aan de laatste afwerking van de appartementen en aan de groenvoorziening rondom. H. van Ee en J. van de Bruinhorst, die bestuurlijk en bouwtechnisch de bouw hebben begeleid, zijn tevreden. Van Ee, wijzend naar de hoofdingang: „Er komt nog wel een luifeltje boven de deur.”

Huize Rehoboth staat op de plaats van de voormalige Rehobothschool. De kerk kocht in 2014 het gebouw van de school, die toen verhuisde naar de rand van het dorp. Men wilde graag meer zaalruimte voor catechisatie en verenigingswerk. Gaandeweg rees het plan om op het resterende deel van de locatie appartementen voor de ouderen van de eigen gemeente te realiseren. Het zouden twee gebouwblokken met in totaal dertig appartementen worden.

Van Ee: „De burgerlijke gemeente stemde in met het plan, maar omwonenden hadden moeite met zo’n groot complex in hun woonwijk. Daarbij kwam ook nog eens dat we op zondagen toch al parkeerproblemen in de buurt hadden. Die zouden door de komst van dertig appartementen alleen maar toenemen.”

Het plan werd naar beneden bijgesteld. Het werden geen twee gebouwen met dertig appartementen, maar het werd één gebouw voor zestien appartementen. Op de plaats waar het tweede gebouw zou komen, ligt nu een parkeerplaats. Van de Bruinhorst: „Op zondag staan er nagenoeg geen auto’s van kerkgangers meer langs de straat. We willen als kerk vrede houden met de buurt. We proberen zulke problemen op z’n Kootwijkerbroeks op te lossen: door met elkaar te praten.”

Er waren ook dorpsbewoners die een ander bezwaar hadden tegen Huize Rehoboth. Het complex zou de eenheid in het dorp schaden. Rehoboth was hoofdzakelijk bedoeld voor leden van de gereformeerde gemeente. Dat zou betekenen dat het ging concurreren met reeds bestaande woon-zorgcentrum Schoonbeekhof. Volgens Van Ee is die zorg grotendeels onterecht gebleken.

Rehoboth is een appartementencomplex zonder zorg. Van Ee: „Dit is een woonvoorziening voor zelfredzame bewoners. De appartementen zijn wel zorggeschikt, maar wie zorg nodig heeft, kan die zelf inkopen. Misschien dat we dit punt later opnieuw bekijken.”

Waarom is er in Kootwijkerbroek een eigen kerkelijke seniorenvoorziening nodig?

Van de Bruinhorst: „Kootwijkerbroekers houden van Kootwijkerbroek. Wie hier woont, wil er graag blijven, ook bij het ouder worden. Voorheen verhuisden ouderen nog wel eens naar zorgcentrum Elim in Barneveld, 10 kilometer verderop, maar de toelatingseisen in Elim zijn aangescherpt. Je komt daar alleen nog binnen als je zware zorg nodig hebt. Het ouderwetse bejaardenhuis bestaat niet meer. Als je vroeger 65 jaar werd, ging je naar het bejaardenhuis. Maar die tijd is voorbij.”

Van Ee: „Ouderen van de kerk willen liefst onder gelijkgezinden wonen. In de ontmoetingsruimte staat bij ons geen televisie, wel een orgel. De mensen hoeven elkaar niet uit te leggen waarom ze niet de hele dag voor de televisie willen zitten.”

Van de zestien appartementen in Rehoboth vallen er vijf in de categorie voor sociale huur, acht in de categorie vrije huur. Op dit moment zijn elf van de zestien appartementen verhuurd. Voor elk appartement is er een parkeerplaats en een eigen inpandige berging.

De kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Kootwijkerbroek was in 2012 wel de initiatiefnemer voor Huize Rehoboth, maar heeft er financieel niet in geïnvesteerd. Van Ee: „Kerkelijk geld mag niet in hout en steen gaan zitten. Vandaar dat de verantwoordelijkheid voor Huize Rehoboth is ondergebracht bij het Zelfstandig Onderdeel van de Kerk van de gereformeerde gemeente te Kootwijkerbroek. In de volksmond: ZOK. Financiën komen ook voor een aanzienlijk deel uit leningen uit de achterban.”

Huize Blaak, net één groot huisgezin

Huize ds. W. H. Blaak zit in een riante villa aan de Tielerweg in Geldermalsen. Aan de achterzijde loopt het riviertje de Linge. Aan de overkant van de weg staat de kerkboerderij van de oud gereformeerde gemeente in Nederland.

Huize ds. W. H. Blaak is een woon-zorgcentrum voor ouderen dat uitgaat van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Geldermalsen. Het complex werd in mei 2014 geopend.

In de hal hangt een portret van de predikant naar wie het huis is genoemd: „Ds. W. H. Blaak, predikant van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Geldermalsen, van 1948 tot 1957.” Ds. Blaak was de enige predikant die de gemeente ooit heeft gediend.

In de huiskamer staat een elektronisch orgel. In de boekenkast rijgen prekenboeken van oudvaders en van oud gereformeerde voorgangers zich aaneen.

Diaken J. J. Philibert is voorzitter van de Stichting Huize ds. W. H. Blaak. Over het ontstaan van het zorgcentrum zegt Philibert: „Rond 2011 kwamen er vanuit de gemeente vragen naar een eigen voorziening voor senioren. Dat hebben we opgepakt. We dachten eerst naast de kerk te gaan bouwen, maar de burgerlijke gemeente wilde daar niet aan meewerken. Rond die tijd stond deze woning aan de overkant van de Tielerweg te koop. Toen de prijs daarvan daalde, hebben we het huis gekocht.”

Een eigen verzorgingshuis van de kerk heeft grote voordelen, zegt Philibert. „We bieden hier ruimte aan ouder wordende gemeenteleden die thuis niet langer verzorgd kunnen worden. Ze kunnen hier meeluisteren met de kerkdiensten of, als ze dat nog kunnen, zondags naar de kerk worden gebracht. De mensen kennen elkaar, hoeven niet uit te leggen waarom ze iets wel of niet willen. Ze wonen liever hier dan in een niet-identiteitsgebonden voorziening ergens in Geldermalsen of elders.”

Ouderen gaan zich, volgens Philibert, steeds huiveriger voelen om op hun oude dag in een seculiere instelling te wonen. „Wie oud is, wordt afhankelijk van de zorg van anderen. Dat moet wel vertrouwd voelen. Elk mens is een uniek schepsel van God. Het leven is een gave van God en is daarom van het begin tot het einde waardevol.”

De reformatorische identiteit van Huize Blaak is de cultuur van het huis, zegt Philibert. „Het blijkt niet alleen uit bidden en danken en Bijbellezen aan tafel. Identiteit zit door de hele organisatie heen. We kennen de geestelijke vragen die er in het leven kunnen zijn. We hebben deze voorziening gerealiseerd voor de ouder wordende gemeenteleden. Maar als we de kamers niet vol krijgen, zijn ook anderen welkom, indien men maar van harte onze beginselen wil onderschrijven.”

Het huis biedt ruimte aan acht personen. Op dit moment zijn er uitbreidingsplannen. Er komen twee kamers bij, de huiskamer wordt vergroot en er komt extra ruimte voor het personeel.

Een team van tien zorgmedewerkers met ondersteuning van vrijwilligers zorgt ervoor dat er zorg kan worden geboden in een vertrouwde, respectvolle en huiselijke omgeving, zegt Philibert. Zo’n zeventig vrijwilligers zorgen voor de koffie, voor de strijk, voor het huishouden en de tuin, voor hulp bij de maaltijden en voor het schoonhouden van het gebouw. „Het is hier één groot huisgezin, maar ook één groot bedrijf. Er komt echt veel bij kijken om op een professionele manier te zorgen voor mensen met mentale, fysieke of cognitieve beperking.”

Het beheer is ondergebracht in een anbistichting. Er is geen winstoogmerk. De benodigde financiën om dit zorgcomplex te kunnen realiseren, kwam niet uit de kerkelijke kas. „Het geld kwam van de gemeenteleden, niet uit de kas van kerk of diaconie.”

In het zorgcentrum is een kamer beschikbaar voor predikanten die de oud gereformeerde gemeente een zondag dienen. „Voor hen hebben we hier een mooie logeergelegenheid. Ze vinden het bijzonder om tussen de eigen mensen de zondag door te brengen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer