Kerk & religie

Kenner religiegeschiedenis Noord-Kennemerland wil eerlijk oordelen over verleden

Hij wil de religiegeschiedenis van Noord-Kennemerland zo beschrijven dat aan ieder recht wordt gedaan. Jurjen Vis, van huis uit rooms-katholiek, kan meer waardering opbrengen voor de protestantse Willem Woutersz dan voor de Alkmaarse pastoor Eilard. Die was een handlanger van de inquisitie.

Jan van Reenen
4 June 2018 18:32Gewijzigd op 16 November 2020 13:27
De St. Adelbert abdij in Egmond. Dit klooster in Noord-Kennemerland vervulde een centrumfunctie tussen de tiende eeuw en de tijd van de Reformatie. Het klooster werd in 1936 heropgericht. Uit die tijd dateert ook het huidige kloostergebouw.  beeld RD, Ant
De St. Adelbert abdij in Egmond. Dit klooster in Noord-Kennemerland vervulde een centrumfunctie tussen de tiende eeuw en de tijd van de Reformatie. Het klooster werd in 1936 heropgericht. Uit die tijd dateert ook het huidige kloostergebouw.  beeld RD, Ant

De in 2016 opgerichte stichting Religiegeschiedenis Noord-Kennemerland werkt aan een overzicht van de religiegeschiedenis van het gebied. Er komen lesprojecten voor scholen, lezingen, rondleidingen, een museumproject en een boek. Dinsdagmiddag is hierover een seminar aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

De man achter de stichting is dr. Jurjen Vis. De in Alkmaar geboren historicus, musicoloog en musicus heeft al een groot aantal publicaties op zijn naam staan over de geschiedenis van Alkmaar en Noord-Kennemerland. Die gaan niet alleen over de Abdij van Egmond en over Alkmaar, maar ook over de religiegeschiedenis van Amsterdam, Den Haag en Woerden.

Vis stelt dat de abdij van Egmond vanaf het midden van de tiende eeuw een belangrijk cultureel centrum was. „De Hollandse graven lagen daar begraven. In de Reformatieperiode speelde Alkmaar een grote rol. Van Alkmaar begon de victorie tijdens de Opstand in de Nederlanden. In de kaasstad werden eerder dan in Amsterdam Joden officieel toegelaten, namelijk al in 1604.”

Alkmaar was ook al vroeg een centrum van de oecumene, aldus Vis. „Tijdens mijn studie over de hofjes in mijn geboortestad kwam ik erachter dat hervormden en rooms-katholieken er na de Reformatie van 1572 op een goede manier samenwerkten. In het reglement van het provenhuis van Paling en Van Foreest (1586) werd bijvoorbeeld van alle vrouwen verwacht dat ze samen het „bittere lijden van Christus” zouden overdenken. In dat hofje woonden niet alleen protestantse hervormde vrouwen, maar ook katholieke. Het was een duidelijke handreiking hoe met elkaar om te gaan. In het bestuur van het genoemde hofje werkten katholieke en hervormde regenten al kort na 1572 goed samen.”

Schutting

De praktijk was weerbarstig, aldus Vis. „Het bleek dat de twee godsdiensten op den duur niet zo goed met elkaar overweg konden. Zo’n vijftig jaar na de invoering van het reglement kwam er een schutting tussen het protestantse en het katholieke gedeelte.”

In het boek dat hij in 2022 wil publiceren –precies 450 jaar na de Reformatie in Alkmaar– gaat Vis ook in op de situatie in Alkmaar. „Ik probeer boven de partijen te staan en beschrijf de positie van twee mensen uit de tijd van de Reformatie: een protestant en een rooms-katholiek. Pastoor Eilard wordt bij de rooms-katholieken vereerd omdat hij de marteldood gestorven is. Zijn loyaliteit lag bij het Spaanse gezag. De ander is Willem Woutersz, een doopsgezind Alkmaars burger die in 1570 op de brandstapel terechtkwam. Hij hield vast aan zijn doopsgezinde overtuiging, ondanks de pogingen van pastoor Eilard om hem te bekeren. Hoewel ik van huis uit katholiek ben, heb ik meer waardering voor de protestant dan voor de katholiek. Ik wil eerlijk oordelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer