Regionale verschillen in hulp bij bevalling
Vrouwen die bevallen worden per regio verschillend behandeld, bijvoorbeeld voor pijnbestrijding. Ook de betrokkenheid van kinderartsen direct na de geboorte wisselt nogal.
Onderzoekster en verloskundige Anna Seijmonsbergen-Schermers van de afdeling Midwifery Science VUmc zocht het uit. De ruggenprik voor vrouwen die hun eerste baby krijgen wordt in de ene regio in 12 procent van de gevallen gegeven, in de andere in 38 procent, constateerde ze.
Hoe vaak er meteen na de bevalling een kinderarts bij werd gehaald, varieerde tussen provincies van 37 tot 60 procent van de eerstgeborenen.
„Grote variatie zien we ook bij het stimuleren van weeën. Dat roept op zijn minst vragen op over de kwaliteit van de geboden zorg”, aldus Seijmonsbergen, die de 600.000 bevallingen in Nederland tussen 2010 en 2013 bestudeerde.
De oorzaak kan volgens de onderzoekster „liggen aan verschillen in wensen van vrouwen, maar de grootte van de spreiding wijst erop dat zorgverleners ook een grote invloed hierop hebben.”