Buitenlandse financiering moskee moeilijk aan te pakken
De Kamer wil graag af van financiering van moskeeën vanuit de Golfstaten. Maar zo makkelijk is dat nog niet, bleek woensdag tijdens een debat.
De frustratie droop er woensdag van af bij D66-Kamerlid Sjoerdsma: „Ik voel me om de tuin geleid.” Een heel groot deel van de Kamer dringt er al vele jaren bij het kabinet op aan om dubieuze geldstromen uit landen als Saudi-Arabië en Koeweit naar islamitische organisaties aan banden te leggen. Ondertussen lijkt er weinig tot niets te gebeuren.
Dat veroorzaakt onbehagen. Ook bij CDA’er Heerma. Hij vroeg zich openlijk af of er soms sprake is van onwil: het kabinet lijkt niet erg zijn best te hebben gedaan om het probleem aan te pakken.
Een „heel slecht gevoel” bekroop tevens CU-leider Segers: „Wij hebben gezien dat informatie niet goed is gedeeld.”
Van der Staaij (SGP) deed eveneens een duit in het zakje: „Het beeld van de afgelopen jaren is: veel studie, veel debat, veel moties, maar nog weinig echte acties.” Hij zei te hopen „dat dit debat de overgang markeert van langdurig complex geworstel naar vooral intelligente daadkracht, opdat we ook echt stappen kunnen zetten.”
De Kamer zette het kabinet tijdens het debat met grote woorden stevig onder druk om nu toch echt in actie te komen tegen buitenlandse geldstromen richting Nederlandse moskeeën.
Begripvol
Minister Koolmees (Sociale Zaken) reageerde steeds uiterst begripvol op de frustratie van de verschillende fracties. Die kon hij echter niet wegnemen met een reeks harde maatregelen. Het staat maatschappelijke en religieuze organisaties in ons land nu eenmaal vrij om financiering vanuit het buitenland aan te trekken. Dat wordt pas een probleem als die financiering samengaat met ideologische beïnvloeding: als het geld wordt gebruikt om moslims op te zetten tegen de Nederlandse rechtsstaat, bijvoorbeeld. „Het aanpakken van dit soort gedrag is niet eenvoudig, daar moet ik eerlijk over zijn.”
Veel onwenselijk gedrag, legde Koolmees uit, is namelijk niet strafbaar. Vrouwenbesnijdenis, bijvoorbeeld, mag niet in ons land. Maar een imam mag die praktijk –vanwege de vrijheid van godsdienst– wel aanbevelen.
Het kabinet kan dergelijk gedrag hooguit „verstoren.” Samen met gemeenten bekijkt de regering hoe dat het best kan. Maar, benadrukte Koolmees wel een keer of vijftien tijdens het debat: „Het blijft een zoektocht naar hoe we hier zo goed mogelijk kunnen optreden binnen de kaders van onze rechtsstaat.”
Echo
De Kamer, wilde Koolmees maar zeggen, kan wel graag willen dat de buitenlandse financiering van moskeeën wordt beperkt, maar zo simpel is dat dus niet.
De meeste fracties lieten zich daardoor overtuigen. Van de grote woorden aan het begin van het debat bleef uiteindelijk maar een zwakke echo over.
D66 en CU vroegen bijvoorbeeld om een nieuw onderzoek naar de aard en omvang van buitenlandse financiering van religieuze organisaties. Dat komt er. Ook de wens van CDA en CU om te bekijken of gemeenten meer kunnen doen tegen ondermijnende activiteiten vanuit het buitenland honoreert het kabinet.